Thursday, July 09, 2015

Praatjes vullen gaatjes



Vol spanning lig ik in de stoel. Een vreemde gele bril bedekt een derde van mijn gelaat. De tl-verlichting boven me schijnt zoals altijd fel. Vier handen houden zich bezig met het in positie houden van allerlei spuitende, draaiende en zuigende apparaten in mijn mond. Deze fixatie op één tand is voor mij nieuw. Het is de allereerste keer dat er in mijn mond een gaatje wordt gevuld. 

“Heb je vorige week nog gebarbecued?” 

Even twijfel ik of deze vraag aan mij gericht is. Heeft de tandarts een stukje vlees gevonden?
“Ja, met de hele buurt”, antwoordt de assistente, “op onze kleine barbecue”. Ze klinkt lichtelijk nerveus.
Raakt ze een zenuw? Ik word er zenuwachtig van. 

“Past dat wel? Ken je veel van je buren?” 

De tandarts kijkt me lijnrecht aan. Zijn hoofd hangt nog geen twintig centimeter boven mijn hoofd. Even wil ik antwoorden dat ik niet bij de buurtbarbecue van de tandartsassistente ben geweest, maar dan zegt de tandartsassistente: 

“Nou, er waren ook weer niet zoveel mensen. Inmiddels ken ik best wel wat buren. Onze buurvrouw is een oud-klasgenoot van me.” 

De tandarts humt instemmend. 

Zou de ingreep met deze hum succesvol afgerond zijn? 

“Hoe is het met Esther?”, vraagt de assistente. 

Nee dus. 

“Ja, goed.”  

Een nieuw apparaat wordt in mijn mond gestopt. 

De tandarts vervolgt: “Ze vindt het zo langzamerhand wel zwaar worden.”

Hij wisselt van gereedschap. 

“Over één week gaat ze met verlof.” 

Ik hoop voor deze Esther dat deze in wit gestoken man tijdens het puffen niet aan de vroedvrouw vraagt naar haar barbecue-ervaringen. 

“Haar verlof kon niet een week vervroegd worden, want dan ontstonden er gaten in de werkroosters die vervolgens niet gevuld konden worden.”

Tandartsenhumor.

Bij het afscheid vraag ik me af of ik officieel mag refereren aan de buurtbarbecue en de zwangerschap. Waarschijnlijk niet, want ik lag daar als patiënt met permissie verdoofd te zijn en het is sociaal onwenselijk als ik ga stoken in wat privé is. Maar misschien ook wel, want ondanks de verdoving heb ik meegenoten van alle koetjes en kalfjes die op  de barbecue aanbranden en de bloemetjes en bijtjes die de zwangerschapsperikelen veroorzaakt hebben. 

Mijn aandeel in dit sociale gebeuren is het met open mond vol tanden liggen. Ik besluit dat zo te houden. Dit keuvelende stel heeft toch maar eens bewezen dat het spreekwoord “praatjes vullen geen gaatjes” niet langer standhoudt. Ik bedank hen en stap op.