Tuesday, February 25, 2014

Juni 2013 Onverwachtse ontmoetingen

De portiekbel gaat.
“Met Harry van People International!”, hoor ik door de hoorn.
“Met wie?” vraag ik verbaasd.
“Harry, van People International. Ik kom even kennismaken. Jullie zijn geabonneerd op onze nieuwsbrief.”
Nee, Harry komt niet collecteren of om geld vragen. Het is voor het eerst dat een goed doel spontaan aanbelt bij ons. Ik loop al een tijdje mee, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Natuurlijk nodig ik hem uit om naar boven te komen. Hij legt nog even kort uit wat People International doet, drinkt met smaak zijn thee op en vraagt geïnteresseerd wat wij doen in ons dagelijks leven. Leuk!

Het 40-dagenproject van de Vineyard Church is boeiend. We draaien nu enkele weken mee met een Home Group. De groep bestaat uit dertien mensen die wekelijks op een doordeweekse avond bij iemand thuis komen. We beginnen met een korte videoboodschap van Tim Keller en bespreken daarna een hoofdstuk uit het boek. Het is een ontspannen en leuke manier om elkaar te leren kennen. Twee mensen komen uit Maleisië, vier uit Brazilië en vier uit Nederland waarvan één uit Caribisch Nederland en één een lange tijd in Egypte gewoond heeft. Een leuke cultuurmix levert verschillende soorten verhalen op.
Het boek ‘Gospel in Life’ vertelt over de visie van Tim Keller op de stad. Ik kan me er wel in vinden. Waar veel christenen de stad zien zoals Sodom en Gomorra, een broedplek van kwaad, ziet Keller de stad als Gods manier om mensen bij elkaar en tot bloei te brengen. In een stad heb je kunst, sport, literatuur, wetenschap (universiteiten), cafés en restaurants, etc.. De vraag die centraal staat: leef je voor jezelf of leef je voor de bloei van de stad? De weg die Keller voorschrijft is die van omzien naar elkaar, een hechte gemeenschap vormen en zodoende als christenen een alternatieve stad zijn. Dit sluit goed aan bij mijn visie op de stad en het maakt me enthousiast.

Groningen is, samen met Friesland, verantwoordelijk geweest voor de verkoop van zo’n 15.000 slaven (zeer voorzichtige schattingen). Dat vertelde dr. Alex van Stripriaan op een avond georganiseerd door het Groninger Forum een week voorafgaand aan de nationale herdenking van ons slavernijverleden. Dus niet alleen de hoge heren in Amsterdamse grachtenpanden zaten diep in dit onrecht, maar ook Groningers zijn verantwoordelijk voor het maken van mensen tot slaven en generaties durende uitbuiting. Het is weer één van de zoveel historische feiten die me in de overtuiging sterkt dat wij –afstammelingen van deze Nederlanders- dit onrecht moeten erkennen. Een week hiervoor liet de Raad van Kerken weten de schuld te erkennen. Nu de overheid nog.

Het boek dat ik aan de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie overhandigd heb, is geschreven door mensen van de Stichting voor Boete & Verzoening. Na meer dan dertig jaar reizen te hebben gemaakt naar voormalige koloniën van Nederland en West-Afrika, willen zij weten wat hun rol is op nationaal politiek niveau. Deze stichting wil hun kennis en ervaring graag inzetten op het gebied van het streven naar verzoening tussen Nederland en Suriname en Caribische Nederland.
Nadat ik kennis heb gemaakt met de voorzitter en penningmeester van deze stichting wordt besloten dat ik contact zoek met de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. Het blijkt dat de ChristenUnie dit thema opgepakt heeft en in juni een rondetafelgesprek organiseert met het thema ‘150 jaar afschaffing slavernij’. De ChristenUnie neemt echt het voortouw in de politieke discussie.
Ook ik mag samen met twee mensen van Stichting voor Boete & Verzoening aanwezig zijn. De Kamervoorzitter en Kamerleden van enkele andere partijen zijn deze dag ook aanwezig. De bijdragen van mensen als mw. Joan Ferrier, dr. Glenn Helberg, mw. Eva Mabayoje, dr. Alex van Stripriaan en dhr. Quinsy Gario (later bekend geworden van zijn protest tegen Zwarte Piet bij Pauw&Witteman) zijn interessant en geven steeds aan: er dient een excuses van de Nederlandse Staat te komen voor de slavernij en het leed dat eruit ontstaan is. Over een aantal dagen zal vicepremier Asscher iets zeggen op de landelijke herdenking. Het is duidelijk dat de leidende figuren op dit gebied van Asscher (en meer nog van kroonprins Willem-Alexander) verwachten dat hij excuses gaat maken en niet met een ‘diepe spijt’ of iets dergelijks komt. Spijt heeft te maken met menselijke gevoelens en dat heeft de Nederlandse Staat niet. Spijt zou ook duiden op angst voor schadeclaims en dat mag een welgemeend excuses niet in de weg staan. Tegelijkertijd wordt gezegd dat de verwerking van het verleden niet afhankelijk mag blijven van het al dan niet uitblijven van een excuses door de Nederlandse Staat. ‘We zijn geen slachtoffers meer’.

Een excuses bleek te veel voor het kabinet. Er kwam een ‘diepe spijt en berouw’, een herhaling van 2001 maar dit keer uitgesproken op Nederlandse bodem in de nabijheid van nazaten van slaven. Desondanks vatte de Surinaamse president deze woorden op als een ‘excuses’ en vergaf ‘de kolonisator’. Namens Boete & Verzoening heb ik vervolgens een opinieartikel ingestuurd naar het Friesch Dagblad waarin wordt aangegeven dat excuses niet afdoende zijn. Krijgt dit debat een vervolg?

Een paar dagen hiervoor stap ik voor de tweede keer in mijn leven het Europees Parlement in. PerspectieF, ChristenUnie-jongeren, hebben een programma georganiseerd. We gaan op bezoek bij de ChristenUnie-fractie en ontdekken de brede en lange gangen van het parlement in Brussel.  Het wordt een gezellige en leerzame dag
Op de terugweg in de trein naar huis ontmoet ik Annette. We zitten naast elkaar in de trein en komen tot de ontdekking dat we allebei naar Groningen reizen. We raken aan de praat en zij ontdekt dat ik werk voor Home of Change, een organisatie die tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie strijdt. Ik vertel over het prostitutiebeleid van de Gemeente Groningen en ik merk dat Annette ook begrijpt dat de lokale overheid de ogen sluit voor hedendaagse slavernij in de Groningse prostitutiebranche. Annette vertelt dat haar dispuut een manier zoekt om een jaar lang bezig te zijn met het thema mensenhandel en prostitutie. Zij vertelt dat haar dispuut zich vorig jaar structureel inzette voor thuis- en daklozen door maaltijden te koken. Deze maatschappelijk betrokken groep studenten wil zich concreet inzetten tegen gedwongen prostitutie! Maar eerst willen de studenten meer weten over deze onbekende wereld achter prostitutie. We spreken af om contact te houden en om na de zomervakantie af te spreken. Toch wonderlijk hoe ontmoetingen plaatsvinden!

Deze maand maak ik verder kennis met andere bestuursleden van Home of Change, schrijf ik een gastblog voor Home of Change, hou ik een betoog voor de PerspectieF-leden om ons komend jaar te richten op de strijd tegen gedwongen prostitutie onder onze leeftijdsgenoten (maar na beraad in het bestuur verliest het toch nog van de andere gekozen speerpunten) en ben ik bij het afscheid van Jan Hooikammer als pastor bij de Vrij Baptisten. Jan gaat samen met zijn vrouw Tilly en een aantal anderen missionair pionieren in Groningen. Verder zijn Lydia en ik deze maand 10 jaar samen! Een moment om bij stil te staan.

Tien jaar geleden vroeg ik Lydia of we zouden verkeren… We liepen toentertijd hand in hand langs de weilanden van Garmerwolde tot over onze oren verliefd op elkaar. We vieren het dit jaar door met z’n tweeën uit eten te gaan. We zijn nog steeds dolblij met elkaar en hebben het idee dat we elkaar beter kennen dan ooit. We hopen nog heel lang bij elkaar te blijven. Ook zijn we op het moment wat moe van het afgelopen jaar en willen er graag tussenuit. Saampjes. Weekje weg. Hand in hand. Wandelen. We gaan bellen naar het telefoonnummer op het briefje van Marieke!

>> Lees verder <<

Sunday, February 23, 2014

Mei 2013 Een fundamentele keuze

Zegt de Bijbel niet “Bij alle zwoegen is er overschot, praatjes leiden slechts tot gebrek”? Hoe sterk het gevoel in februari was, hoe meer onzeker we er nu over zijn. Leven van giften is maatschappelijk bezien geen logische keuze. Daarnaast is het iets wat Lydia en mij de zenuwen geeft. Ook al komen we in deze maanden heel veel mensen tegen die blijkbaar een goede living kunnen maken van het geld van anderen, merk ik dat het me blijft bezighouden. Het lijkt mij dat ik als mens ook een verantwoordelijkheid heb, precies zoals een Psalm het zegt: “Want u zult eten van de inspanning van uw handen; welzalig zult u zijn en het zal u goed gaan”.

Sinds januari 2012 heb ik geen betaald werk kunnen vinden. Uitzendbureau in en uit, open en gerichte sollicitatiebrieven verstuurd, veel vrijwilligerswerk gedaan om een gat op mijn C.V. te vermijden en ondertussen mijn netwerk vergroot. Nu heb ik de zoveelste sollicitatiebrief verstuurd. Voor de tweede keer in 1,5 jaar  ben ik uitgenodigd. Met vertrouwen in een goede afloop, doch wel gespannen en ook met veel rugpijn stap ik de bus vanaf het Centraal Station in Groningen.
De functie die vrijkomt is voor een communicatiemedewerker en in de grootste en snelst groeiende kerk in Nederland. De Bethelgemeente in Drachten. Omdat het een parttime betrekking is, denk ik dit goed te functioneren met het vrijwilligerswerk wat ik doe. In het gesprek kom ik er achter dat ik één van de twee kandidaten ben. Het is ergens een geruststelling, omdat ik me realiseer dat ik een grote kans maak en dat het voor God een vingerknip moet zijn om mij de baan te geven. Ondanks dat ik last van mijn rug heb, merk ik dat het gesprek redelijk goed verloopt.

Mijn rug doet met de dag meer pijn. Toch besluit ik om op de tweede zaterdag van mei de straat op te gaan om enquêteformulieren af te nemen. De afgelopen maanden heb ik het onderzoek theoretisch voorbereid en in samenspraak met de werkgroep de enquêtevragen opgesteld. Nu komt het er op aan. Digitaal zijn er tientallen enquêtes ingevuld, waarbij per IP-adres maar één ingevuld kan worden. We hopen op deze zaterdag in het winkelcentrum nog honderd enquêtes af te nemen. Vele gesprekjes verder, is het ons gelukt!
Doordat we in de afgelopen maanden diverse leveranciers van buitenfitnesstoestellen hebben bezocht, ben ik steeds meer overtuigd geraakt van de waarde van deze nieuwe manier van sporten. Wanneer de toestellen een vergelijkbare ervaring geven als binnenfitness, kan deze gratis sportfaciliteit een sociaaleconomisch arme wijk een boost geven. Uit de enquête komt naar voren dat 60% buitenfitness in de wijk wil hebben. Wanneer dit nieuws in de krant komt, gaat het al wat beter met mijn rug.

Voordat mijn rug aan de beterende hand komt, besluiten we een archiefkast te kopen. Hoe ordelijk ik vaak ook op mensen overkom, het is onwaar. De bende aan paperassen op, onder en rond mijn bureau groeit met de maand. Daar kan je letterlijk en figuurlijk niet om heen. Notulen, financiën, enz., enz. moeten opgeruimd worden. Archiefkasten zijn helaas duur. Marktplaats biedt uitkomt. Echter de enige goedkope archiefkast bevindt zich in Emmer-Compascuum, diep Drenthe in tegen de grens met Duitsland aan. Eenmaal aangekomen, ontdekken we dat de kast loodzwaar is. Ondanks de leeftijd, blijken deze Drenten sterke mensen te zijn. Zonder mijn hulp, wordt het moloch de gehuurde laadbak ingeschoven. De kast past er precies in. Een tweede geluk vandaag! Onderweg terug realiseer ik me dat we saampjes de kast niet naar boven gaan krijgen. Onderweg naar huis bel ik vrienden op die gelukkig in de gelegenheid zijn om dit kreng naar boven te tillen en duwen. Eenmaal in een afhankelijke positie ontdek ik dat anderen graag bereid zijn om een handje te helpen.

Cor (die ik ontmoette in februari) deelt in de inmiddels wekelijkse gesprekken die ik met hem heb veel over het werk in Afrika en zijn droom voor Europa. Ook leent hij me een boek over het leven van giften waarin ik ontdek dat Jezus tijdens zijn drie laatste jaren van giften leefde en zo nog heel veel meer Nieuwe Testamentische figuren. Hij legt me in deze gesprekken tevens uit hoe zijn stichting functioneert, namelijk als een netwerk van organisaties en als een netwerk van individuen. De stichting heeft een website nodig, maar Cor wil me vooral op pad meenemen zodat ik het missionaire werk al doende leer. Zo ga ik met hem mee naar een symposium van de African Students Community. Ondanks dat Cor een nacht heeft doorgewerkt, is hij behoorlijk energiek. We fietsen naar het Academiegebouw waar het programma zal plaatsvinden. Een interessante kennismaking met een wereld waar ik in de afgelopen weken het één en ander over gelezen heb. Afrika is een wereld waarin acht van de tien snelst groeiende economieën zich bevinden; niet verwonderlijk met alle grondstoffen die het bezit. Een continent dat qua oppervlakte groter is dan Europa, China en Canada bij elkaar. Tevens een continent dat nog steeds de naam heeft van een arm continent, terwijl dat – op bepaalde gebieden na – niet meer zo is. Het programma loopt dusdanig uit dat ik halverwege er tussenuit ga. Ook dat schijnt typisch Afrikaans te zijn…

’s Middags heb ik namelijk een gesprek met Jacqueline van Home of Change. Een aantal weken terug heb ik met haar gesproken in de Bagels & Beans in Groningen. Zij werkte voor een mensenrechtenorganisatie waar ik toentertijd afstudeerde. Nu is zij Home of Change begonnen, een organisatie die mensenhandel en gedwongen prostitutie bevecht. Dit thema intrigeert me enorm. Al enkele jaren lees ik diverse boeken daarover en bekijk ik allerlei documentaires. In 2012 wist ik dat dit onrecht iets is waar ik mij hard voor moest maken. Deze middag heb ik weer een afspraak met haar. Zij wil me haar kantoortje, een oud-cel, laten zien in de voormalige gevangenis Blokhuispoort in Leeuwarden. In de Bak, het café van het gebouw, delen we ons hart op dit thema. Ik vertel haar onder andere dat ik het prostitutiebeleid van de gemeente Groningen niet begrijp. Hoe kan Groningen de tippelzone open houden en deze verslaafde vrouwen faciliteren in hun verslaving en hun seksuele risicovolle bestaan?! Ik wil daar graag iets aan doen. Jacqueline vraagt aan mij of ik bestuurslid van haar stichting wil worden. Het lijkt alsof na jaren bidden en afwachten het moment hier is om in te stappen. Energiek trein ik weer naar huis.

Op de dag van het sollicitatiegesprek wordt ik teruggebeld. De tweede persoon blijkt een interne kandidaat te zijn. Er wordt mij verteld dat de interne kandidaat beter in het team past. Hij had ook al een dagje meegelopen. Voor Lydia en mij is het duidelijk: blijkbaar klopt het verlangen dat ik fulltime missionair werk wil doen. Ondanks dat de Bijbel zegt: “Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden”, blijkt de stap om van giften te leven best eng. We zeggen tegen God dat hij het nu wel moet bevestigen.

We zoeken in deze tijd houvast bij mensen die vertrouwd zijn met het leven van giften en geen belang hebben bij twee ‘gratis krachten’. Op het zendingsweekend in maart klikte het erg met Frits & Marieke, een echtpaar dat al geruime tijd van giften leeft. We bezoeken het gezin op een zonnige zondagmiddag. Het is vooral heel gezellig en op een natuurlijke manier worden enkele punten besproken. Aan het einde van ons bezoek vraagt Marieke aan ons of we al een vakantieadres hebben. De vraagstelling verbaast me. Ze vraagt niet ‘Gaan jullie op vakantie?’ of ‘Waar verblijven jullie tijdens de vakantie?’. We vertellen dat Lydia en ik heel graag er even tussenuit willen, maar dat het bedrag op de bankrekening het niet toelaat. Marieke geeft ons een briefje met een telefoonnummer en drukt ons op het hart om te bellen. Zullen we dan toch op vakantie kunnen gaan deze zomer?

>> Lees verder <<

Saturday, February 22, 2014

April 2013 Volop beweging

In maart reizen we naar het zendingsweekend in Limburg. Het is vrijdagavond en we zijn gehaast in de auto gestapt. Lydia rijdt en ik mag TomTom zijn. Nog voor we Zwolle bereiken, vertelt Lydia dat ze dit weekend helemaal niet ziet zitten. Er rolt een traan over haar wang. En nog één. En nog één.
Mijn eerste reactie is dat we maar rechtsomkeert moeten gaan, zodat we een relaxt weekend kunnen pakken. Lydia vindt dit geen goed idee. Ik eigenlijk ook niet, want ik ben heel benieuwd naar het avontuur dat nu echt is begonnen!

Als ik haar vraag waarom ze niet naar het zendingsweekend wil, zegt Lydia dat ze, ten eerste, denkt dat het Grijze Wollen Sokken-christenen naar zo'n weekend getrokken weten die heel christelijk en nobel met oogluiken op in een zelfgecreëerde wereld leven. En dat zij daar in ieder geval niet tussenpast.
Nadat ik inslikte dat ik toch ook geen GWS-christen ben, gaat Lydia verder: "Ten tweede: vind ik het doodeng om stabiliteit,  hoe snel dat ook kan veranderen, los te laten. Ik wil in Nederland blijven wonen bij m'n zusjes en m'n moeder".
Met dat ze het uitspreekt, merkt Lydia dat ze tot rust komt. Een kwartier later kloppen we op de deur van een groot gebouw dat doordeweeks doorgaat als Bijbelschool.
Met de GWS-christenen viel het wel mee. We werden bij Frits en Marieke en nog een paar leuke jonge mensen ingedeeld en dat klikte goed. Frits en Marieke zijn realistische, stabiele mensen met een hart vol liefde en wijsheid. En ondertussen heel normaal.

Aan het einde van het weekend reden we voldaan en vastberaden naar huis. We hadden beide vrede bij de huidige situatie en waar we naartoe onderweg zijn. We gaan het avontuur samen in zonder onze individualiteit op te geven. We blijven (voorlopig en misschien wel altijd) in Nederland wonen, Lydia haar hart ligt in het onderwijs, mijn hart gaat uit naar het zien van God in actie in de maatschappij en we zullen GEEN grijze, wollen sokken gaan dragen. Erewoord.

Wat er tijdens het zendingsweekend is gebeurd, is nog steeds onbekend. Hoe verdeeld we heen reden, zo eendrachtig kwamen we terug.

April valt verder samen te vatten met één woord: beweging. Ik maak kennis met bewegingen, draag er aan bij en sta er middenin.

Een sociale beweging is:
een diffuus netwerk van groepen en organisaties die sympathie hebben voor een bepaald ideaal en doel met name om verandering te bewerkstelligen.

Op Facebook zie ik dat de ChristenUnie-SGP Rotterdam een christelijke beweging wil vormen. Ik ben nieuwsgierig en stap op de trein om de eerste bijeenkomst bij te wonen.
Na een lange rit kom ik aan bij een klein kerkje tegenover een imposant gebouw van Het Oogziekenhuis. Binnengekomen zie ik de fractievoorzitter Setkin Sies staan. Hij herkent me nog van de tijd dat ik stage liep bij Youth for Christ. We geven elkaar een hand. Omdat hij in de organisatie zit, dient hij nog even wat te regelen.

Tegelijkertijd wordt er in de benedenzaal van de Scots International Church een lunch aangeboden aan dak- en thuislozen. Eén van hen maakt een praatje met me. Dat doorbreekt de stilte en zorgt er voor dat er ook andere gesprekken opgestart worden.
Een moment later maak ik kennis met een vrouw die net is binnengekomen. Ze stelt zich voor als Xannelou Mendeszoon van de Victory Outreach Rotterdam. Ze vertelt onder andere dat zij werkt onder prostituees. Haar verhaal interesseert me, maar het programma gaat beginnen.
Onderweg naar boven kom ik Ixora Balootje tegen. Zij herkent me van de vorige maand waarin ik mijn ervaringen in Suriname deelde met de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. We gaan op de tweede rij zitten. Al snel kom ik erachter dat door de hardheid van de houten banken mijn zitvlees getest wordt op geduld. Het zal een zware beproeving worden.

De zaal zit vol met iets meer mannen dan vrouwen: dominees en kerkelijk oudsten, directeuren en managers van (zorg)instellingen en wie zich ook maar een christelijk leider beschouwd. Er werden interessante speeches gehouden, waarvan de één nog wat interessanter was dan de ander. Met de één was ik het dan ook meer eens dan met de ander. Aan het van de middag maakte Setkin Sies bekend bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, maart 2014, wederom lijsttrekker te zullen zijn. Een applaus volgde.
Wat ik leerde was dat de Rotterdamse beweging niet een georganiseerde, top-down, politieke beweging is. Het is een maatschappelijk organisme waarbij vriendschappen centraal staan. Met de juiste ingrediënten wint het organisme aan kracht en zichtbaarheid. Zoiets leek me voor Groningen ook zinnig.
In de afgelopen weken voerde ik gesprekken met een bestuurslid van de Provinciale Unie van de ChristenUnie Groningen. Ik kwam er achter dat ook in Groningen de ChristenUnie dienend op de samenleving betrokken wil zijn en samen op wil trekken. In deze gesprekken kwam steeds terug dat je zo'n beweging niet creëerde vanuit de politiek, maar dat het er als organisme al aanwezig is en dat de rol van de politiek zou zijn om het bestaande te versterken.
Als ik Cor over een dergelijke beweging spreek, zegt hij enthousiast dat dit precies is waar zijn stichting al mee bezig is, alleen zonder de politiek. We zijn in de auto onderweg naar het jubileum van Jeugd met een Opdracht in Heerde. Die middag hoor ik de uit Nieuw-Zeeland afkomstige Steff Fountain voor het eerst spreken. Deze oudgediende in de evangelisatiebeweging van Nederland vertelt over Europa. Het is voor het eerst in mijn leven dat ik op een niet-politieke, christelijke bijeenkomst iemand hoor praten over politiek. Sterker nog: over Europa en de Europese Unie. Niet negatief, maar juist vol passie. Tot tranen toe begeestigt hij de aanwezigen om als christenen een volk van hoop te zijn, een sociale beweging. Zoals we ook na de Tweede Wereldoorlog vanuit een christelijke inspiratie de Europese Unie begonnen zijn.
Wanneer ik die avond op de ALV van PerspectieF, ChristenUnie-jongeren, ben, moet ik nog geregeld aan Jeff Fountain denken. Op de ALV wordt besloten om de organisatie van de politieke jongerenorganisatie te hervormen, zodat het meer een beweging kan worden. De kandidaat voorzitter van de landelijke ChristenUnie, Piet Adema, zit naast me. Ook hij wil een beweging. Daarom is zijn pleidooi om te werken aan een debatcultuur binnen de ChristenUnie. De volgende dag zou hij tot partijvoorzitter benoemd worden. Het lijkt me, de risico's in ogenschouw nemend, een goede zaak.
Op de ALV dien ik samen met Janette als twee communicatiedeskundigen een voorstel tot een motie in, maar die haalt het helaas niet. Daarentegen zie ik mijn adviezen wel gerealiseerd aangaande Perspex, het partijblad van PerspectieF. Geen blad meer met droge artikelen van aanstormend talent, maar een samenbindende, op actiegerichte propaganda met goede foto's van de leidende figuren van PerspectieF en de ChristenUnie. Zodat, ja je raadt het vast al, de beweging wordt gevoed.
Op de laatste dag dat ik voor RTV OOG werkte, is er onrust op het stadhuis. Wat me blijft hangen, is een uitspraak van een PvdA-gemeenteraadslid, off the record, dat de Pvda-burgemeester Rehwinkel niet voor een tweede termijn moet willen gaan. Over het algemeen komt dit alleen voor als een burgemeester echt slecht presteert. Rehwinkel blijkt te vriendelijk, terwijl men van hem verwacht dat hij in de media van zich afbijt. Minder sociaal georiënteerd, meer een leider. Een paar maanden later vervroegt Rehwinkel zijn vertrek. Hij is er de man niet naar om anderen te besmeuren of op zijn strepen te gaan staan. Ook ik vertrek, maar dan bij RTV OOG, omdat ik vind dat er geen uitmuntende journalist in mij schuilt. Ik heb een te duidelijke mening en ik wil meedoen in plaats van aan de zijlijn verslag doen. Mijn droom ligt elders.
De eerste zondag na Pasen stappen Lydia en ik een voor ons nieuwe kerk binnen: de Vineyard Church, een internationaal kerk. De diensten zijn westers geschoeid, maar om ons heen zien we christenen uit alle windrichtingen en van nagenoeg alle continenten. Zeker geen GWS-christenen... Ondanks dat de Vineyard internationaal veel gemeenten kent, wil het geen denominatie, maar een beweging zijn. Geen hiërarchische organisatie, maar een organisme. Voor Lydia en mij blijkt het een verademing.

Er wordt die ochtend gesproken over het christelijk geloof dat het hele leven en daarmee onze omgeving beïnvloedt. Het christelijk geloof vraagt van christenen dat zij van de stad en haar inwoners houden. Een geloof dat deel uitmaakt van de stadse samenleving en het beste zoekt voor haar inwoners. Wauw. Dit heeft ons hart.
Wanneer we thuis zijn, besluiten we om met het 40-dagenproject mee te doen. We gaan het boek Gospel in Life van Tim Keller behandelen. We zijn benieuwd hoe de eerste avond zal verlopen..! 

Wednesday, February 19, 2014

Maart 2013 Idealisme of realisme?

Kun je ingevingen wel vertrouwen? Een verlangen hebben is mooi, maar wat is realisme? De gebedsgenezeres Greet Hofmans, kind aan huis op Soestdijk, had heel veel ingevingen, maar prinses Marijke werd niet genezen van haar oogafwijking. Er kwam bovendien zoveel ellende van Hofmans ingevingen dat het huwelijk tussen prins Bernhard en koningin Juliana bijna uiteenspatte. In politieke kringen is zelfs beweerd dat Nederland dankzij de ellende van de ingevingen van Greet Hofmans bijna omgetoverd was in een republiek. Afschaffing Koningshuis.

De ingevingen die we in de afgelopen weken hebben ontvangen, hebben veel losgemaakt bij ons. Bij mij heeft het verlangen dat ik als kind en tiener al had, weer naar boven gebracht en versterkt. Lydia en ik willen alleen niet bouwen op drijfzand, maar realistisch ons hartsverlangen volgen.
Lydia wil mij hierin steunen, maar merkt tegelijkertijd hoe langer hoe meer dat zij zich niet gemakkelijk voelt bij het niet nastreven van the Dutch dream, wat vervat is in de klassieke woorden ‘huisje, boompje, beestje’. Het is ‘normaal’ om na het behalen van je studie op zoek te gaan naar een betaalde baan en carrière te maken. Dat ik openlijk anders ambieer, maakt haar onrustig.
We besluiten om ons meer te verdiepen in de hele wereld achter zending, missie en van giften leven. Na enkele telefoontjes te hebben gepleegd met zendingsorganisaties worden we doorverwezen naar ‘Het Zendingsweekend’, jaarlijks gehouden in Limburg. We geven ons op.

Ondertussen heb ik deze maand een heel leuk uitje naar de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer. Omdat ik vorig jaar (2012) vanuit de ChristenUnie gedetacheerd ben in Suriname bij de DOE-partij, mag ik mijn ervaringen vertellen in de fractie. Wanneer ik op dinsdagmorgen het historische Binnenhof oploop, merk ik dat de politieke wereld me weer enorm boeit. Politiek houdt zich bezig op het snijvlak van idealisme en realisme.
Aan het einde van de fractievergadering krijg ik een paar minuten om de drie maanden in Suriname  samen te vatten. Halverwege het voorlezen van mijn verhaal, maant de directeur van de ChristenUnie-fractie, die naast me zit, om af te ronden.

Ik vertel tot slot dat mij opvalt dat, in vergelijking tot ons land, de pijn over het slavernijverleden in Suriname diep zit. Nederland lijkt deze pijnlijke episode, die eeuwenlang geduurd heeft, collectief proberen te vergeten. Als je kijkt naar de inhoud van onze geschiedenisboeken dan mist er heel vaak ons aandeel, oftewel ‘ons verhaal’. Pijnlijker is dat wij als kolonisator deze Nederlandse geschiedenisboeken tot 1975 verplicht stelden in Surinaamse scholen. Dat Nederland weinig weet van dit deel van onze geschiedenis zorgt ervoor dat de pijn wordt afgedaan met ‘dat is al zo lang geleden’.
Toen Stichting voor Boete & Verzoening een verzoeningsreis aflegde in Suriname, kwam er zoveel emotie en pijn naar boven. Het benoemen van de feiten en vragen om vergeving had duidelijk een snaar geraakt. De Surinamers die zij tegen kwamen moedigden hen aan om dit te vervatten in een boek, zodat het nageslacht van deze verzoening zou weten. Ds. Doth heeft mij, in de tijd dat ik in Suriname was, uit eerste hand verteld over deze ontmoetingen. Het boek dat eruit voort is gekomen, heb ik vervolgens aan Arie Slob overhandigd namens ds. Doth sr., voorzitter van de integriteitscommissie van de DOE-partij.

Twee dagen later fiets ik om kwart over negen gehaast over de Korreweg, onderweg naar het gebouw van OOG Radio & Televisie. Het lijkt zo onbetekenend om na het gebeuren in Den Haag nu aan het werk te gaan als vrijwilliger op de redactie van de stadszender. Toch wil ik mijn best doen, want ik vind het ook erg leuk en ik wil mijn verantwoordelijkheid in het kleine nemen!
De eerste keer loop ik met een vrijwilliger mee die communicatiestudent is aan de Rijksuniversiteit Groningen. Er wordt aan me gevraagd waar mijn interessegebied ligt. Onomwonden geef ik toe dat ik een brede interesse heb, maar dat gemeentelijke politiek me erg boeit.

Twee weken later sta ik weer op de stoep van het immense gebouw tegenover de Noorderkerk. Ik bel aan en de receptionist drukt op de knop zodat ik naar binnen kan. Ik weet al hoe het er aan toe gaat. De receptionist kijkt niet op of om, terwijl ik hem – tegen beter weten in – ‘goedemorgen’ groet. Wat zullen we vandaag gaan doen?
Na de redactievergadering tuf ik samen met de politiek verslaggever en een cameraman in de kleine OOG-auto naar het stadhuis. Om 12:00 uur zal er een persconferentie zijn. Als we de auto in de parkeergarage aan de Vismarkt zetten (zo’n kleine auto past altijd wel!), krijgt de politiek verslaggever een telefoontje. Het nieuws is dat Bas van Kampen, directeur van het Groninger Forum, wordt bedankt door het stadsbestuur. We mogen het pas naar buiten brengen als de wethouder Dig Istha het nieuws op de conferentie brengt. Het nieuws wordt online klaargezet voor publicatie. Aan mij de taak om de redactie te sms’en wanneer het zover is. Wanneer we daarna Istha en Van Kampen afzonderlijk voor de camera hebben gekregen, begint de montage en zit de dag er vervolgens om half vijf op. Voldaan rij ik naar huis. Het is het nieuwtje van de dag geworden. OOG bracht dit nieuwsfeit als eerste. 

Zo werkt het ook met leven met God. Ingevingen zijn mooi en aardig, maar tot het moment dat de ingeving een nieuwsfeit geworden is, is het geen feit.

>> Lees verder <<

Tuesday, February 18, 2014

Februari 2013 ‘Het avontuur is al gaande!’

Ondanks de kou buiten, voel ik mij energieker dan ooit. Na het sollicitatiegesprek bij Agapè zit ik de volgende ochtend met een vriend, Henk Paul, in onze woonkamer. De gezelligheid van de avond ervoor bij een vriendin in Utrecht zit nog voor in mijn hoofd. Ik ben een gelukkig mens en sta op de drempel van een nieuw avontuur!
Henk Paul is nieuwsgierig naar hoe het sollicitatiegesprek is verlopen en stuit op mijn twijfel over de vacature. Hij stelt voor om eens te spreken met een kennis van hem die nota bene in onze straat woont. Hij heet Cor en heeft een lange staat van dienst bij Agapè.

Een aantal dagen later sta ik bij Cor op de stoep en ik bel aan. De deur zwiept open en een enthousiaste, kleine man doet open. We gaan aan de keukentafel zitten en Cor vertelt honderduit over hoe zijn leven verlopen is en over zijn verlangen om Europeanen te beïnvloeden met Afrika en andersom. Na een half uur van het ene verhaal in het andere vallend, ontdekte hij dat het water dat gekookt heeft, nog op het aanrecht staat. Na een korte adempauze heb ik thee gekregen en spreekt Cor vol passie verder. Vervolgens vraagt hij aan mij ‘wie ben je?’ waarop ik hem vertel over hoe ik door de jaren heen gevormd ben en wat mijn verlangen is. Het gesprek verloopt soepel en is gericht van hart tot hart.
Aan het einde van het 3,5 uur durende gesprek vraagt Cor: ‘Zou je jouw hartsverlangen in de praktijk kunnen brengen bij Agapè?’.
‘Eerlijk gezegd,’ zeg ik hem, ‘weet ik wel zeker van niet.’
‘Wil je overwegen om bij ons te komen werken?’ vraagt hij oprecht. Deze man ziet graag mensen opbloeien, merk ik.
Cor vertelt me vervolgens iets wat me nog maandenlang bezig zal houden. Op de ochtend dat ik met Henk Paul sprak, bad Cor voor een communicatiemedewerker die met hem op kan lopen. Het woord ‘Agapè’ valt bij hem in. Wanneer hij in de middag een mailtje van Henk Paul krijgt waarin Henk Paul mij als sollicitant bij Agapè voorstelt, moet hij terugdenken aan het gebed van die ochtend. Tussen neus en lippen door vertelt hij me dat hij nooit een vacature uit heeft geschreven, maar dat God altijd mensen op zijn pad brengt.

Thuisgekomen heb ik gemengde gevoelens. Het avontuur die op mij wacht, lijkt al begonnen! Ben ik er wel klaar voor? Kan ik de keus maken om bij Cor te werken alleen op basis van een ingeving van Cor? Ik weet het niet. Maar wat een gave ontwikkeling!
Wanneer Lydia thuiskomt, merkt zij mijn blije gemoed op. We weten beide dat we hier iets mee moeten doen.

Twee weken eerder komt een jeugdvriend van mij met zijn vrouw bij ons op bezoek. Ze komen veel te laat aan, want er valt die zaterdagmiddag een hoop sneeuw op de route van Noord-Holland naar Groningen. Het weerzien was, ondanks de jaren dat we elkaar niet gesproken hebben, erg prettig. Hij stelt zijn vrouw aan mij en Lydia voor; hun dochter is er ook en zij is adorable. De tijd vliegt. Aan het einde van het bezoek bidt dit lieve stel voor onze zoektocht.
Na het gebed gebeurt er iets vreemds. De vrouw van mijn jeugdvriend wil ons een klein geldbedrag geven. Ze zegt dat ze de aandrang van God ervaart en staat erop dat we het aannemen. Het is een hele andere manier van omgaan met geld wat ter tafel komt tijdens het budgetspel, bedenk ik me. Tegelijkertijd kwam er op dat moment op de één of andere manier in Lydia en mijn hart een duidelijke overtuiging dat we van giften gaan leven. Rationeel aanvechtbaar, maar voor ons een feit. Het maakte ons blij en tegelijkertijd in de war.

Twee ingevingen van God in korte tijd. Hebben deze ingevingen iets met elkaar te maken? Is het überhaupt wel God die spreekt? We weten dat God vaker op deze manier werkt. We voelen ons kwetsbaar in deze tijd. We schrijven deze ervaringen op en denken er rustig over na.

Gedurende de rest van de maand is mijn verlangen steevast aanwezig.  Het ene moment waarop ik een uilenles geef, ligt het verlangen op de voorgrond van mijn hart. Wanneer ik sollicitatiegesprekken van potentiële stagiair(e)s van de Hanzehogeschool Groningen afneem bij het burgerinitiatief Buitenfitness Beijum (zo noemen we ons vanaf nu!), zoemt het verlangen rond in een hoekje van mijn hart. Steeds weer komt het aan de oppervlakte, zoals ook verliefdheid kan doen. Af en toe neem ik de tijd om te dromen en het verlangen in de ogen te kijken.
Op andere momenten voel ik me aangezet iets nieuws te beginnen. Na enkele maanden niet naar een kerk te zijn geweest (dat is een ander lang verhaal!), stap ik een kerk binnen die net begonnen is met het beleggen van kerkdiensten. Ik solliciteer bij de stadszender OOG op een vrijwilligersfunctie op de redactie van een paar uur per week. Gedurende de maand stijgt mijn liefde voor het leven met dat de temperatuur stijgt.

>> Lees verder <<

Sunday, February 16, 2014

Januari 2013 ‘Het avontuur gaat beginnen’

In een treincoupé zitten allerlei soorten mensen. Jonge mensen, waartoe ik mezelf nog reken, en oudere mensen. Mensen die zich aan de regel van de stiltecoupé houden en mensen die erg enthousiast en sociaal zijn en hun mond niet gesloten kunnen laten tegenover hun medereizigers. Zo zit er een groep dames op leeftijd, ik schat in de zeventig, die de hele rit vanaf Hoogeveen tot Amersfoort kletsen over allerlei onderwerpen die ik niet zou hebben aangeroerd. Rechts van hen zit een jongen met een koptelefoon ogenschijnlijk rustig naar buiten te kijken, maar aan de kleding te zien zal het, vergeef mijn vooroordeel voor zwartdragende en depressief ogende jongeren, heavy muziek zijn.
Iedere reiziger heeft zijn eigen bestemming. Ik ben op reis naar Doorn voor een sollicitatiegesprek bij een evangelisatieorganisatie. Er zitten enkele haken en ogen aan deze functie, zo wordt bevestigd tijdens het gesprek. Daarom weet ik niet of ik daar wel aangenomen wil worden! Het wordt een reis waarin ik mijn nervositeit goed voel en een gesprek waarin mijn zenuwen de overhand spelen.

Waarom heb ik gesolliciteerd op een functie die ik niet ambieer? Een vriend wees me op de vacature en omdat ik overal op reageerde wat er voorbij kwam, meende ik er goed aan te doen ook hierop een sollicitatiebrief los te laten. In de afgelopen maanden was ik er goed in geslaagd om op veel vacatures te reageren, maar het was de andere partij niet gelukt mij één keer uit te nodigen. Toen ik bij Agapè, de evangelisatieorganisatie van Nederland, wel werd uitgenodigd, heb ik toch toegezegd in een sollicitatiegesprek 1) vanwege dat het misschien toch iets zou kunnen zijn en 2) vanwege dat ik ervaring op deed in het voeren van zo’n sollicitatiegesprek.

De functie betrof die voor een junior communicatiemedewerker die maandelijks dezelfde activiteiten zou uitvoeren, namelijk het interviewen van collega’s voor het interne magazine en werkzaamheden aangaande het intranet. Ik viel bij de gedachte aan deze werkzaamheden al in slaap. Bovendien zouden Lydia en ik moeten verhuizen zonder dat we een salaris kregen, want die zouden we zelf moeten vergaren onder familie, vrienden en bekenden. In het fondswerven werden we dan wel weer begeleid. Dit kantoorwerk is een roeping.

Gedurende dit traject werd er iets in me wakker wat vanaf mijn kindertijd aanwezig is. Een diep verlangen om van betekenis te zijn voor de maatschappij door mijn talenten in te zetten, flexibel hoe God me leidt. Omdat ik zelf de kracht van het Evangelie gemerkt heb in mijn leven, zou ik daar mijn leven aan willen geven. Dat klinkt groots, maar in het dagelijkse leven krijgt het z’n eigen kleine, alledaagse vorm.
Daarom ben ik in de afgelopen maanden betrokken geraakt bij een budgetspel, waar mensen spelenderwijs hun valkuilen op financieel gebied ontdekken en samen met de andere bordspelers tips uitwisselen hoe de huishoudpot beter te beheren.
Daarom ben ik betrokken geraakt bij Salmagundi Living, een sociale onderneming die meubels ontwerpt en herontwerpt en medewerkers begeleidt die elders niet aan een baan komen.
Daarom heb ik het burgerinitiatief gesteund om gratis fitness in de openbare ruimte te krijgen in onze wijk; deze maand is de werkgroep officieel gestart.
Daarom ben ik ingegaan op het verzoek vanuit Suriname om informatie in Nederland te vergaren hoe ombudswerk op te zetten.

Op de terugweg in de trein besefte ik dat de toekomst open ligt. Waar zouden Lydia en ik over een half jaar zijn? Omdat Lydia en ik geloven dat God actief met ons leven bezig is, willen we geen deuren sluiten die God geopend heeft. Gaan we naar Doorn verhuizen? Het overheersende gevoel is niet of het avontuur gaat beginnen, maar hoe!

>> Lees verder <<