Saturday, December 13, 2014

Slaafje spelen? Echt niet!

De internetveiling SlaafvooreenDag.nl maakt niet alleen positieve reacties los. Een aantal reacties zijn samen te vatten als ‘Slaafje spelen is toch niet te vergelijken met echte slavernij?!’. En: ‘Wat vinden de mensenhandelslachtoffers er wel niet van?’ Maar ook krijgen we de opmerking dat de hedendaagse slavernij geen ‘slavernij’ mag worden genoemd, omdat het niet te vergelijken zou zijn met de koloniale tijd.

Natuurlijk zijn er grote verschillen tussen de ‘moderne slavernij’ en ons slavernijverleden. Echter de parallellen met de koloniale tijd zijn legio: mensen worden tegen betaling verhandeld, letterlijk gebrandmerkt, gedwongen te werken, behandeld als nog minder dan vee, kennen een zeer lage levensverwachting, zien geen of weinig betaling, staan onder totale controle en worden in elk opzicht geruïneerd. Een verschil is dat, tijdens het koloniale slavernijverleden, slavernij alleen toegestaan was in de koloniën. Maar vandaag de dag vindt slavernij ook binnen Nederland plaats. We dachten 150 jaar geleden slavernij gestopt te hebben, maar niets is minder waar.

Ex-mensenhandelslachtoffer Merel van Groningen is helder over haar steun aan SlaafvooreenDag.nl: “Ik ben nog één keer slaaf voor een dag, omdat ik de hulp heb gekregen om geen slaaf meer te zijn en graag een steentje bij wil dragen voor een andere slaaf.” Als we ook maar één persoon met SlaafvooreenDag.nl uit de seksslavernij halen, is de actie voor mij al geslaagd.


‘Maar met SlaafvooreenDag.nl doe je toch geen echt slavenarbeid?’ Natuurlijk niet! We willen met deze actie toch geen slavernij stimuleren!? SlaafvooreenDag.nl is geen ‘slaafje spelen’.

Samen met 200 anderen identificeer ik me met de hedendaagse slaaf. We stappen dan wel uit onze comfort zone, maar als een Slaaf voor een Dag valt onze taak in het niet bij ervaringen van vrouwen die vastzitten in de prostitutie en dagelijks 20 tot 40 keer verkracht worden. Wij doen iets heel kleins: we maken een statement.

Ik heb jouw stem nodig. Maak net als mij een statement en meld jezelf aan als ‘slaaf’ op SlaafvooreenDag.nl/aanmelden. Alleen gezamenlijk kunnen we slavernij stoppen, nu echt.




Friday, October 17, 2014

Voor de vrijheid

Een gemeenschappelijke waarde in onze samenleving is "vrijheid". Vrijheid om je eigen leven in te richten zoals je wenst. Keuzevrijheid als consument om je leven te vullen met merken die bij je passen. Vrijheid van meningsuiting en geloof zodat je je geweten niet hoeft te verloochenen. De overheid heeft tot taak om de vrijheid zo groot mogelijk te houden tenzij het anderen kwaad doet. 

Vanuit dat invalshoek heeft de Nederlandse overheid prostitutie gedoogd en de ruimte gegeven. Een vrouw heeft het recht om zich te prostitueren, was de gedachte. Als sluitstuk was de opheffing van het bordeel- en pooierverbod. Er zou meer zicht opkomen zodat de lichamelijke gezondheid van de prostituee en daarmee van de prostituant meer gewaarborgd kan worden. Lichamelijke gezondheid is immers een voorwaarde voor vrijheid. 
Nu al enkele jaren nagenoeg alle politieke partijen het er over eens zijn dat de criminaliteit in de prostitutiebranche niet onder controle is, wordt het tijd om het gedoogbeleid met het oog op die vrijheid onder de loep te nemen en heldere keuzes te maken.  
De SP, PvdA en CU doen dit met het voorstel om prostituanten strafbaar te stellen als zij willens en wetens gedwongen prostituees bezoeken. Hulde! Het perkt de vrijheid van een prostituant in om die van een vrouw die gedwongen is zich te prostitueren te vergroten. De goede afweging! 

Er zijn echter meer stappen die genomen kunnen worden. Denk aan het herinvoeren van een pooierverbod; een pooier verkleint de vrijheid van een prostituee door geld af te pakken en haar te manipuleren of ander geweld op haar toe te passen. 
Of het verhogen van de leeftijd van de prostituanten; voor de jonge geest van 16 en 17-jarigen is een prostitueebezoek niet bevorderlijk, net zoals alcohol en tabak. 

Morgen, 18 oktober, is het de Europese dag tegen mensenhandel. Een dag om extra stil te staan bij de honderduizenden die in Europa geen vrijheid hebben. Europeanen ver weg, maar ook bij jou in de stad of het dorp. 

Saturday, September 27, 2014

De mannen in de prostitutiestraat

Onwennig sta ik in de raamprostitutiestraat. Achter diverse rood verlichte ramen poseren vrouwen in bikini, sommigen de tijd dodend door een film te kijken. In de straat zelf lopen alleen mannen. Het zijn mannen die je ook in de iets verderop gelokaliseerde Albert Heijn tegen zou kunnen komen. Studenten en ouderen, nette en minder nette ogende mannen van middelbare leeftijd, allochtonen en autochtonen, religieuzen en a-religieuzen. De meeste mannen lopen in hun eentje langs de ramen. Aan de rechterkant heen en terug langs de linkerkant van de straat. Soms in groepjes of alleen op de fiets. Regelmatig rijdt er een man in auto voorbij. Tussen al deze mannen is er geen contact. Iedere man is devoot met zichzelf en met zijn doel bezig.

Samen met zeven anderen zijn we hier deze vrijdagavond voor het eerst. We moeten een gevoelsmatige drempel over. Onze missie is om met mannen in deze subcultuur van de Groningse maatschappij te praten. En laat dat nu juist datgene zijn wat de mannen niet uit zichzelf doen. Er wordt nauwelijks gesproken in de straat.

Als ik een man aanspreek, blijkt dat niet iedereen wil praten. Toch hebben we diverse mannen gesproken. Mannen met maskers op, maar ook mannen die graag eens een babbeltje maken. Ieder gesprek verloopt dan ook anders. De één vertelt dat hij juist door deze straat fietst omdat er in deze straat tenminste wat gebeurt. De ander bezocht een prostituee om, zoals hijzelf zei, hand- en spandiensten te verlenen. Weer een ander laat duidelijk merken zich te schamen voor zijn gedrag en eigenlijk te willen stoppen; het is een kwetsbaar moment. Een vierde man zegt geen prostituee te bezoeken, maar alleen te kijken. Een vijfde man komt uit het buitenland en vindt prostitueebezoek heel normaal en schaamt zich niet. Ieder heeft z'n eigen verhaal en motieven.

Wat opvalt bij veel mannen is de schaamte en bij een deel van hen de ontkenning. Langzaamaan neemt de onwennigheid om in deze straat prostituanten aan te spreken ietsje af. Als team weten we dat het goed is om structureel contact te zoeken met deze mannen. De kop is er af. We gaan ervoor!

Sunday, September 21, 2014

4 types hardlopers

Afgelopen weekend tijdens de vier mijl van de Damloop by Night ontwaarde ik vier verschillende hardloopstijlen. 

De sociale renner 
Het eerste type kwam ik al tegen aan de start. Daar werden de hardlopers gemaand tussen hekken plaats te nemen. We ondergingen een enerziger van een stel overactievelingen die deden alsof de mannen tegen de vrouwen sporten. Het grootste gedeelte had er plezier in. Als kudde loslopend wild stroomden we massaal over de start de straten van Zaandam in. Al snel ontstonden er in die ongeorganiseerde stroom groepjes van twee tot vijf renners die gezamenlijk de loop liepen. De sociale renner heeft plezier in de saamhorigheid die zo'n vier mijl met zich meebrengt en vindt het stimulerend om met een aantal vrienden of kennissen de tocht af te leggen.

De solorenner 
Daarentegen kent de solorenner een natuurlijke neiging tot verstilling. Tijdens de Damloop zag ik diverse alleengaande renners geconcentreerd hardlopen. Het zijn intrinsiek gemotiveerden die de hoeveelheid mensen die langs de kant staan wel zien, maar er geen acht op slaan. Zij leggen taakgericht hun route af, rennen in hun eigen ritme en vinden niet zozeer voldoening in het bereiken van een prestatie maar meer in het hardlopen zelf. 

De omgevingsrenner 
Iets over de helft werd ik ingehaald door een joviale sporter. Links van de weg stonden een aantal jonge kinderen die een high five wilden geven aan voorbijlopende renners. De joviale renner laat zien een omgevingsrenner te zijn. Zonder deze kinderen te kennen rende hij terug deelde een aantal high fives uit om vervolgens al lachend weer een sprintje te trekken. Andere omgevingsrenners zijn minder gericht op mensen in hun omgeving, maar bijvoorbeeld meer op de natuur of de stadse omgeving. De omgeving is het meest motiverend om voor deze categorie buiten hard te lopen of mee te doen aan hardloopwedstrijden. 

De prestatierenner
De laatste categorie van renners betreft de zogenoemde prestatierenner. Van tevoren stellen zij een doel. Dit kan heel verschillend zijn: van het aanhouden van een hardlooptempo via een bepaald aantal kilo afvallen tot het bij elkaar brengen van bijvoorbeeld €10.000 voor het goede doel. In maart ren ik een halve marathon (21 kilometer) om €10.000 te verzamelen voor het goede doel. Daarvoor zoek ik sponsors

Deze niet-wetenschappelijk onderbouwde typologie moet natuurlijk met een korreltje zout gelezen worden. Het doel waarom ik ren niet. Lees mijn motivatie!  

Friday, September 19, 2014

Hoerenloper gezocht

Volgende week sta ik in een prostitutiestraat in Groningen. Samen met een aantal mannen zijn we daar voor gesprekken met prostituanten, ‘hoerenlopers’. In mijn omgeving maakt het verschillende reacties los. Er zijn mensen die verheugd zijn dat we ‘die mannen eens duidelijk maken dat zij vrouwen verkrachten’ (dat is overigens niet wat we gaan doen), maar ook mensen die het genuanceerder zien. Hoe staan wij er in?

De mannen die prostituees bezoeken, zijn geen ‘vieze mannetjes’ (veel gehoorde reactie), maar een doorsnee uit de bevolking, zo is ons verteld. Getrouwd en vrijgezel, religieus en seculier, rijk en arm. Zoals jij en ik. Net als iedereen, zijn ook zij tegen uitbuiting, slavernij en criminaliteit. Onze focus ligt in deze gesprekken niet op criminaliteit van de mensenhandelaar of uitbuiting van de prostituees, maar op de prostitueebezoeker. Vanuit andere steden horen we dat een deel van deze mannen erg verlegen zit op een gesprek over hoe het zo gekomen is. Net als sommige prostituees vastzitten achter het raam, voelen deze mannen zich gevangen in de soms wel meerweekse prostitueebezoeken. Hoe kunnen zij stoppen? Hoe kan je jezelf weer recht in de ogen kijken? Net zoals vrouwen niet ‘prostituee’ uit een beroepenkeuzetest krijgen, hebben veel mannen niet kunnen vermoeden dat zij een ‘hoerenloper’ worden.

Wij hebben een duidelijke opvatting over wat moreel goed is. Echter als mannen kennen we de verleidingen van binnenuit. Een ‘zuivere’ ethiek verkondigen is gemakkelijk, maar in de praktijk is het toch wat gecompliceerder. En wat is zuiver? De meningen verschillen. Hoe ga je bijvoorbeeld als lichamelijk of geestelijk gehandicapte man om met je seksuele behoeften als je geen vrouw kan vinden? En zo zijn er meer vragen mogelijk. We hebben de antwoorden niet. In alle redelijkheid zien wij onszelf niet als de aangewezenen die deze mannen een nieuwe levensstijl aanpraten, op het rechte spoor brengen enzovoorts. Wat is dan wel ons doel?

Bovenal willen we een ontmoeting met deze mannen. Wat drijft hen? Hebben zij hulp nodig (of niet)? Kunnen we iets voor hen betekenen? We hopen van man tot man een gesprek. We denken er rijker door te worden en misschien ook wel wijzer.

Onze missie luidt dan ook: “Vanuit verwantschap en gelijkwaardigheid in contact komen met mannelijke prostituanten, die zich ophouden in de prostitutieraamstraten in Groningen in de hoop hen te mogen helpen vanuit de bewogenheid die Jezus Christus heeft met mensen.” 

Als we volgende week de straat op geweest zijn, zullen we opnieuw moeten evalueren of onze intenties aansluiten bij de praktijk in de straat.

Saturday, August 16, 2014

Lopen langs de Muurstraat

Het is weer tijd om hard te lopen. Een paar beenspieren trekken vervelend dankzij de vorige, afgelegde kilometers. Mijn sportkleding haal ik van de waslijn. M'n hardloopschoenen trek ik aan en ondertussen kijk ik hoe Lydia zich over mijn pasgeboren dochter ontfermt. Wat is ze een goede moeder!

Een paar dagen geleden heb ik nieuwe hardloopschoenen gekocht. Ze zijn blauw, maar wat belangrijker is: het schoeisel sluit aan bij mijn loopje. Anders krijg ik last van blessures, werd mij verteld. M'n oude heb ik al meer dan zeven jaar en die vertonen scheurtjes.

Vandaag loop ik langs de Muurstraat, één van de straten in het centrum van Groningen waar raamprostitutie tussen de woningen is gesitueerd. Er zijn veel Oost-Europese prostituees "aan het werk". De bewoners hebben geklaagd over overlast veroorzaakt door drugshandel. De gemeente heeft daarom besloten na jaren allerlei aanpakken te hebben bedacht dat het tijd is om deze prostitutie te laten stoppen en te verplaatsen naar een straat waar geen enkele bewoner van Groningen er last van heeft.

Als ik verhalen hoor vanuit het werkveld van professionals die met prostituees werken, vertellen ze me van een twee werelden. Een van ons, waar we elkaar vertellen dat ieder een vrije keuze heeft en het kan maken in deze wereld. De andere wereld zit boordevol manipulatie, dwang en geweld waar verhandelde vrouwen fysiek dan wel geestelijk vastzitten.

Het moedigt me aan om het laatste deel van de route harder te trainen. De pijn die ik draag, valt erbij in het niet.

Lees hier waarom ik aan deze sponsorloop mee doe. 

Tuesday, July 22, 2014

5 redenen waarom ik foto's van mijn kind niet deel op Facebook

Mensen vragen me om foto's van mijn pasgeboren dochter te delen op het wereldwijde web. Hoewel mijn trotse gevoel geneigd is mee te gaan in het delen van het (nieuwe) leven, heb ik vijf redenen om geen kinderfoto's te delen via sociale media.

1. Beslotenheid van het gezin borgen
Voor velen en zeker voor ons is een Facebookaccount geen privé-gebeuren, maar eerder semi-openbaar terrein. Niet alleen vrienden kijken van harte mee, maar ook kennissen, oud-klasgenoten, buurtgenoten, (oud-)collega's, enzovoorts, enzovoorts. Tegen de tijdgeest in geloof ik in het bestaan en de waarde van privacy. Op sociale media wordt de grens tussen privé en openbaar vager. Als post-modern mens experimenteer ik ook van harte lust met deze vervagende grens, maar bij ons kind trek ik de lijn. Met het oog op de toekomst, zien mijn vrouw en ik een geborgen gezin in het hier en nu als voorwaarde dat onze dochter zichzelf kan ontdekken, fouten kan maken en op standpunten terug kan komen die niet je hele leven je achtervolgen. Dit behoeft enige beslotenheid. Een "ouderwets" woord voor privacy. Gekscherend gezegd en overdreven gesteld: wij delen onze vakantiekiekjes en familiaire fotomomenten vanaf nu in de regel alleen in de huiskamer.

2. Misbruik door o.a. pedoseksuelen
Een andere reden om terughoudend te zijn met het delen van kinderfoto's is de aanwezigheid van criminele netwerken. De autoriteiten waarschuwen dat pedofielen doodnormale foto's bewerken tot pornografisch materiaal. Naast pedofiele netwerken, slaan ook andere criminele netwerken en veiligheidsdiensten informatie op. Is het bangigheid wat mij hierin drijft? Nee, eerder een stuk realisme dat ik geen enkel risico wens te nemen met de kinderfoto's van ons kind.

3. Handel in kinderfoto's en identiteiten
Dit is de eerste generatie die sociale media gebruikt om familie en vrienden op de hoogte te brengen van de geboorte van een zoon of dochter met daarbij de eerste foto's. Met het delen van deze foto's geef je het beeldrecht weg aan bijvoorbeeld WhatsApp of Facebook. Waar voorheen de kinderfoto's in één fysiek album werden vastgelijmd, worden er nu dezelfde foto's verspreid via en naar verschillende apparaten; de foto's blijken plots permanent ter beschikking voor honderden of duizenden (en bij openbaar delen miljarden) mensen. Multinationals als Google archiveren bovendien deze foto's om online identiteiten via gezichtsherkenning op te bouwen. Aan die identiteiten wordt dan ook weer flink geld verdiend. Wij willen graag het beeldrecht behouden, controle hebben over de verspreiding en voorkomen dat voordat ons kind bewust is van haar eigen bestaan er een niet te verwijderen online identiteit is opgebouwd.

4. Grip op portretrecht kwijtraken
Een ander argument om niet tot publicatie over te gaan betreft het portretrecht: het recht om je als geportretteerd persoon te verzetten tegen publicatie. Als ouder heb je de verantwoordelijkheid om het portretrecht van je kind te beheren. Tien jaar geleden was het portretrecht logischerwijs geen issue voor jonge ouders, maar nu iedere wereldbewoner publicist is geworden gaat het een steeds belangrijkere rol spelen. Als mijn dochter de eerste vrouwelijke minister-president van Nederland wordt (ik hoor sommigen van jullie al grinniken), vindt zij het mogelijkerwijs onprettig als haar kinderfoto's op diverse plekken in the cloud te vinden zijn en ongevraagd door tal van journalisten en anderen becommentarieerd worden. Mocht zij geen premier worden, maar onderdeel worden van een al dan niet onbetekenend nieuwsfeit, dan ben je ook de grip op het portretrecht kwijt. Bij geen tot weinig gepubliceerde foto's, wordt de inbreuk op de privacy beperkt. De foto's die ik sporadisch toch deel, wil ik weloverwogen delen.

5. Authentieke relaties
Online contact verloopt anders dan face-to-face communicatie. Staat een "like" gelijk aan wezenlijk contact en interesse? Soms wel, maar een wezenlijk verschil met het offline leven ligt in de non-verbale kant van de ontmoeting van mens tot medemens. Je leest er meer in af dan in een honderdveertig tellende tekens van een tweet. Bovendien vindt er interactie plaats en reageer je meer dan alleen op leuke uitspraken of schokkende nieuwsfeiten. Automatisch houd je geen rekening met "likes" of het aantal "likes" dat je bemachtigd wilt hebben. Via de sociale media kan gemakkelijk een surrogaat verbondenheid optreden, terwijl werkelijke verbondenheid niet altijd aanwezig is. Met de honderden contacten die we hebben, is dat ook niet altijd mogelijk. We willen ons kind in basis de waarde van sterke relaties meegeven die gebaseerd zijn op authenticiteit in plaats van op vluchtige "likes" en oppervlakkige "comments". Deze sterke relaties beginnen over het algemeen in het offline bestaan zonder de sociale druk van de digitale omgeving.

De waarde van internetcontacten
De indruk kan ontstaan dat we internet enkel en alleen zien als oppervlakkige, gevaarlijke en levenbedreigende technologie. Voor ons heeft online contact een toegevoegde waarde en zien we dat het web van enorme persoonlijke en maatschappelijke betekenis kan zijn. Op latere leeftijd zal onze dochter zich vast online verbinden aan lieve medemensen, maar in de beginfase van haar leven lijkt het ons niet gezond voor haar en haar ontwikkeling. We genieten beide van een intensief online leven (het contact wordt zeer gewaardeerd!), maar echte vrienden komen bij elkaar over de vloer en voor hen hoef ik geen kinderfoto's te delen op sociale media.

Tot slot een genuanceerde noot: ondanks de wijziging van onze situatie, zal ons online gedrag niet wezenlijk veranderen. We blijven authentiek berichten en foto's plaatsen en ons verbinden aan mensen waar we om geven. Bovendien begrijpen we dat een rationeel denkend mens ook bij een oppositionele uitkomst kan uitkomen en dus wel foto's van zijn kind deelt. Desalniettemin staan we op deze manier pal voor de veilige omgeving dat gezin heet. Daarom het vriendelijke verzoek om deze wens te respecteren.

Tuesday, July 08, 2014

Internet, een zegen en een vloek

Het Internet is een godsgeschenk. Je kunt een oud jeugdboek terugvinden met een aantal zoekwoorden, muziek kopen aan de andere kant van de wereld en je verbinden aan mensen die je nog nooit hebt ontmoet. De mogelijkheden zijn eindeloos. Je kunt online een andere taal leren, samenwerken aan het bouwen van applicaties, volledig ingescande boeken digitaal doorzoeken, vakanties boeken, enzovoorts, enzovoorts. En toch….

Soms wil ik dat er door één menselijke fout, één deleteknop, dat het hele Internet verdwijnt. Oeps. Ineens minder comfort.
Zodat we zaterdagochtend, weer of geen weer, gewoon op de fiets stappen om naar de bibliotheek in de buurt te gaan op zoek naar nog niet ontdekte verhalen.
Zodat als we op zoek gaan naar een van-horen-zeggen geweldig restaurantje en dat we – zonder Google Maps – al dolend terechtkomen bij een ander restaurantje dat vervolgens veel beter blijkt te zijn.
Zodat we niet meer online een afspraak maken voor het ophalen van onze ID-kaart, maar dat we ook via een stem kennismaken met een hele nieuwe wereld en een leuk praatje maken.
Zodat we op verjaardagsfeestjes de kaarsjes konden uitblazen zonder het risico te lopen gedeeld te worden met honderden ‘vrienden’.
Zodat we een besloten trouwerij meemaken waar alleen de fotograaf foto’s maakt.
Zodat we ons op zondagmiddag zo vervelen dat we een heel spannend boek pakken dat een nieuw avontuur in ons wakker maakt.
Zodat we op vrijdagmiddag niet eindeloos berichten op nu.nl en Facebook lezen, maar vrienden maken op het terras in de zon.

Een leven zonder Internet, een zegen of een vloek?

Thursday, June 26, 2014

Tijd, tekenen en toekomst

Op de middelbare school vallen tekenleraren buiten de toon. Zeker de tekenleraar die in dienst was genomen om onze HAVO3-klas les te geven. Hij kleedde zich bijzonder slordig, droeg al dan niet denkbeeldig kwasten met zich mee en zijn haardracht deed niet onder voor Einstein zonder kam. Soms vroeg hij vrouwelijke klasgenoten om na schooltijd voor hem te poseren, naakt wel te verstaan. Dat moest dan wel helemaal vrijwillig zijn, want anders zou hij problemen krijgen met de school. Op een dag legde hij het tekenwerk neer en vroeg hij op ernstige toon aan de klas: "Hoe doen jullie het toch? Ik heb de vervelende eigenschap dat ik niets wil missen. Alleen al op nationale tv zijn drie zenders, op de radio nog meer, in de stad meerdere cafés en dan heb je tegenwoordig ook nog MSN. Je mist altijd wel iets!"

De tekenleraar heeft niet lang meer lesgegeven op de school. Zou zijn drang naar meer vrouwelijke schoonheid hem opgebroken hebben? Hopelijk heeft de beste man inmiddels na meer dan tien jaar geleerd om te leven met het gemis. Anno nu is er veel meer informatie voorhanden dan toentertijd.

Tijd kun je niet bijtekenen. Aan ieder is evenveel uur per dag gegund. Tijd kun je - net als geld - maar één keer uitgeven. In welke relaties, gedachten en talenten wil je jouw tijd investeren? Het vormt je identiteit en het bepaalt je toekomst.

Friday, June 13, 2014

Red de Beijumkrant!

De ledenvergadering van de bewonersorganisatie (BOB) besluit maandag over het voortbestaan van de Beijumkrant. De wijkkrant van Beijum waar in de afgelopen 7 jaar vele ruzies over uitgevochten zijn. Een onafhankelijke groep wijkbewoners, waar ik deel van ben, heeft er een jaar onderzoek naar gedaan. Maandagavond komen wij met een voorstel om de ruzie te beslechten en de Beijumkrant te redden. Wij troffen goede grond voor samenwerking.

Vanwege een gebrek aan vrijwilligers, stelt het BOB-bestuur voor definitief te stoppen met de Beijumkrant. Hans Koopman (van www.lijn6.com) doet nu een serieus aanbod en heeft richting de wijk de hand uitgestoken. Hij wil een onafhankelijke redactie vormen van burgerjournalisten die structureel een aantal pagina’s van de Beijumkrant gaat vullen.

Aanstaande maandag vindt er een extra ledenvergadering plaats over de toekomst van de Beijumkrant. De vraag is of de leden van de vereniging deze hand zullen aangrijpen door de motie “Samen voor Beijum” aan te nemen.

Extra noodzakelijk
Zeker met de geplande bezuinigingen die de wijk vanaf januari 2015 over zich uitgestort krijgt, is alle energie nodig om niet elkaar, maar de wijkproblemen te bestrijden. Wij hebben geconstateerd dat alle betrokken partijen de wil hebben om de ruzie te stoppen en het verleden niet de toekomst te laten bepalen. Samen voor Beijum!

Wat is het voorstel?
1.    Afwijken van de regel dat in de redactie minimaal drie BOB-leden waarvan twee BOB-bestuursleden moeten zitten
2.    Een onafhankelijke, journalistieke (eind)redactie van burgerjournalisten uit de wijk samenstellen, al dan niet lid van het BOB, onder leiding van Hans Koopman
3.    Op korte termijn een overeenkomst sluiten tussen de bewonersvereniging en een op te richten eindredactie
4.    In deze overeenkomst afspraken maken m.b.t. taken, verhoudingen en verdeling van pagina’s
5.    Een onafhankelijke commissie in het leven roepen bestaande uit 2 tot 4 wijze mensen waar zowel het BOB-bestuur als de burgerjournalisten vertrouwen in hebben, met als taak om bij incidenten in de relatie tussen het BOB en de redactie te bemiddelen en uitspraken te doen
6.    En zodoende de Beijumkrant behouden voor de wijk en de vereniging

Jouw stem is nodig!
Alleen met een meerderheid van de aanwezige leden kunnen we de ruzies achter ons laten en de Beijumkrant redden. Wees aanstaande maandagavond om 20:15 uur aanwezig in het Heerdenhoes aan Isebrandtsheerd 97. Alle wijkbewoners van Beijum zijn uitgenodigd en kunnen gratis lid worden van de verenging via www.beijum.org. Het zal er om spannen, dus wees aanwezig!

Sunday, June 01, 2014

2013 - 2014: Trouw tot het eind

In de zomer hebben Lydia en ik duidelijk opgeschreven waar we voor langere tijd voor willen gaan. Kortweg komt het neer op het zoeken van de bloei van de stad. Voor ons springt de behoefte die in de maatschappij bestaat aan gezamenlijkheid en relaties er uit, maar ook de nood in de prostitutiebranche. Wanneer ik dit aan Cor vertel, diegene waar ik gesprekken meevoer om te ontdekken wat onze roeping is, geeft hij aan dat ik nog meer moet trechteren. Keuzes maken. Minder is meer! Hij vraagt me na te denken over hoe ik dit kan doen. Bovendien past niet alles wat ik onderneem onder het gedachtegoed van zijn stichting.

In de tussentijd ontmoet ik tientallen mensen die werkzaam zijn in Groningen en/of die strijden tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie. In drie steden was ik betrokken bij het organiseren van een expositie en andere activiteiten, ik hielp met het opzetten van een nationaal platform, schoof aan bij een andere. In de eigen wijk was ik betrokken in vier werkgroepen, in de stad was ik lid van twee platforms en de kerk waar we heen gingen vroeg ook tijd. Ik onderhield contact met Surinamers om waar mogelijk hen te ondersteunen. In Bedum en Ten Boer ondersteunde ik Wiebe bij gesprekken en vergaderingen om missionair werk te beginnen.

In de tussentijd plande ik tijd in om mensen te leren kennen die strijden tegen prostitutie en mensenhandel in Groningen. In de ontmoetingen met verschillende teams ontdekte ik wat er nog miste in Groningen: straatwerk onder prostituanten (klanten van prostituees), voorlichting op scholen en interkerkelijk gebedswerk.  Om hier aandacht voor te vragen, heb ik een interkerkelijke avond geïnitieerd met de filmdocumentaire Nefarious. Het was een bijzondere avond waar ongeveer tweehonderd mensen op af gekomen zijn vanuit diverse kerken. Er was veel belangstelling voor de kraampjes. 

Foto: LSfotografie



Sowieso is bewustwording bij het grote publiek iets wat broodnodig is. Nog voor de zomer ontmoette ik een studente van de Navigators die graag met haar studentengroep iets wilde doen. Samen met dit dispuut hebben we twee avonden A Night In Her Shoes in Groningen georganiseerd waarbij middels kunst, dans, film, toneel etc. mensenhandel over het voetlicht werd gebracht. Het waren twee heel bijzondere avonden.

Foto: LSfotografie
Ook heb ik een groep mensen opgetrommeld om Loesje-posters met teksten als ‘Prostituee, bij wie komt dat nou uit de beroepskeuzetest’ overal in de stad geplakt. Een leuke klus om te doen!
 
In december startten de voorbereidingen rondom de side-events van the Passion in april in Groningen. Samen met meer dan dertig kerken hebben we allerlei activiteiten gecoördineerd en geïnitieerd. Zo heb ik enkele mensen bij elkaar gebracht die werkzaam zijn onder gedetineerden. Ook heb ik samen met iemand anders de promotie overzien en was ik betrokken bij de uitreiking van een kerkelijke publieksprijs voor de mooiste etalage in de binnenstad. Een bijzonder en samenbindend event waar ik veel mensen heb leren kennen.



In de tussentijd ondersteunde ik Cor met de voorbereidingen van een training voor trainers met als onderwerp de methode van Neighborhood Transformation. Een inspirerende methode waarbij de gehele buurt zelfverantwoordelijk wordt voor de eigen (buurt)ontwikkeling. Kerken krijgen hierin weer een plek in de maatschappij, de seculiere opbouwwerkers in de wijk hebben min of meer dezelfde doelen en de negatieve gevolgen van de secularisatie worden getackeld. Het was een leerzame week waarin ik ook veel mensen heb leren kennen vanuit de hele wereld.

Kortom: de tijd vloog voorbij. In deze tijd werd ik steeds meer zeker en bevestigd in wat ‘onze roeping’ is. Lydia en ik weten ons geroepen om te bouwen aan een christelijk-sociale beweging in Groningen en zodoende bijdragen aan Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Dit doen wij door mensen bijeen te brengen, initiatieven te ontplooien en bestaande initiatieven te steunen. Momenteel zijn wij o.a. actief in de strijd tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie. In de nabije toekomst willen we nieuwe wegen zoeken om meer mensen te betrekken bij de bloei van de stad.

Een coach zei tegen me: veel mensen zullen tegen je zeggen dat je minder moet doen, maar jij moet niet stoppen met nieuwe activiteiten initiëren. Wel moet je leren om jouw rol af te bakenen: jij gaat vanuit loyaliteit veel verder dan wat voor jou mogelijk is. Waar veel mensen twee of drie activiteiten kunnen overzien, is het jouw kracht juist om mensen bijeen te brengen, iets nieuws te starten en een vernieuwde visie te brengen. Je moet niet op de winkel passen of lange termijn op één project staan. Veel mensen verwarren dit met niet trouw zijn, maar jij bent juist trouw aan jouw focus en bediening als je jouw rol afbakent en focust op je sterke punten: het zijn van een visionair, initiator en netwerker.

Toen we (in gezamenlijkheid) besloten om af te zien om partner te worden bij Cor zijn stichting en niet meer onder de vlag van Home of Change actief zouden zijn, kregen we een fantastisch mooi aanbod. Op oudejaarsdag maakten we een envelop open en we ontdekten ons nieuwe thuis. We verhuisden in mei van een klein flatje in Beijum naar een ruime eengezinswoning in Selwerd. Het mooiste van alles is dat Lydia in verawchting is!



Boven: Voor de klusweken
Onder: Na de verhuizing

Tijdens de klusweken hebben ongeveer veertig mensen ons geholpen met behang krabben, verfen, laminaat leggen, verhuizen, kasten in elkaar zetten, schoonmaken, grofvuil storten, de tuin bijhouden, enzovoorts, enzovoorts. In financieel opzicht was het ook een spannende tijd, maar we hebben gezien dat God op het juiste moment voorziet in wat we nodig hebben. Er hebben diverse kleine wonderen plaatsgevonden. Mocht je zo'n wonder zijn of een wonder hebben bijgedragen: dankjewel!

In het afgelopen jaar heb ik tientallen mooie mensen leren kennen, heb ik geleerd dat ik mijn roeping moet beschermen tegen goedbedoelde vragen van anderen om mijn roeping ondergeschikt te maken aan hun roeping en bovendien heb ik in grote lijnen geleerd welke rol in de maatschappij ik kan spelen.

Sunday, April 20, 2014

Augustus 2013 Onze missie verwoord

De weg vliegt onder ons door. De achttien jaar oude Mitsubishi Colt heeft ons vorig jaar aan de kust van Polen gebracht. Dat was een heerlijke vakantie. Zon, zee, strand: ontspanning ten top!
We rijden nu door Tsjechië. De omgeving voelt vertrouwd. Een aantal jaar geleden treinden Lydia en ik op een ambitieus vol geplande Europatrip en met volgestouwde rugtassen door ditzelfde landschap. Tussen Berlijn en Praag rijden we nu niet op het spoor zoals toen, maar bewegen we ons op de autoweg ernaast. Links stroomt de Donau nog net zo vrolijk en onstuimig door het berglandschap als een aantal jaren geleden. De trein rijdt ons voorbij. Het geeft ons een nostalgisch gevoel. We zijn weer even terug. In de trein zat toentertijd een Indiaas of Pakistaans ogend gezin dat vol verwondering Europa inkeek. Net als toen, schijnt de zon ook nu uitbundig. Onze ramen staan open, want airconditioning kent onze auto niet.

Het huis waar we naartoe gaan, staat in het zonnige Hongarije. Het ruime huis met verkoelend zwembad in de open lucht is van een ouder echtpaar. We kennen hen via via en we vinden het dan ook super gaaf dat we voor nop gebruik mogen maken van hun huis. Ze gunnen het idealisten als ons dat we even op adem komen.

De eerste paar dagen slapen we uit, liggen we in het zwembadje, zwemmen we in het Balatonmeer en ontdekken we mooie dorpjes in de omtrek. We praten samen over een levensinvulling die vervat is in de volgende Bijbeltekst (Mattheus 6:31-33):

Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.

Lydia en ik zijn er met vlagen onzeker over. Toch houden we onszelf voor dat er in de afgelopen tijd wel veel bijzondere dingen gebeurd zijn. Deze leidraad die Jezus Christus meegeeft, is best oud. Kunnen we anno nu in deze postmoderne maatschappij ook op deze manier leven? Het maakt ons onzeker. Tijdens de ritjes in de auto, klinkt ‘Mission bell’ van Newsboys uit de boxen. Een vrolijk en energiek deuntje dat de link legt tussen de missionarissen toentertijd en nu:

When the runners came from Bethlehem
All breathless with good news
They were passing a baton forward through time
The commission, from God's lips to our ears
Carried by his saints two thousand years
Connects us all to the same lifeline
As I fix my eyes ahead
I can feel the spirit's breath...


I can hear the Mission Bell ringing out loud and clear
It’s the revolution Jesus started, and it’s here
Echoing across the world from the shores of Galilee
I can hear the Mission Bell call for you and me
I wanna run with fire
It’s my heart’s desire
Lifting your love higher


In the history of our faith's arrivals
Great awakenings, Welsh revivals
Saints and martyrs, summoned by a new birth
Patrick's save of the Irish nation
William Carey's expectation
Lambs & lions
Called to the ends of the earth
Gotta put my hand to the plow
Not looking back, not now...


Lydia en ik besluiten dat we het gaan proberen: ‘Gods Koninkrijk zoeken’. Maar wat dit voor ons inhoudt, weten we niet precies. Wel zijn we geïnspireerd door de gereformeerde en tegelijkertijd eigentijdse New Yorker Tim Keller. In een interview vertelde Keller:

‘Voordat ik naar New York ging, was mijn wereld mijn kerkgenootschap. Als je echter naar de stad verhuist, dan gaat je kerkgenootschap er opeens heel klein uitzien. Dat gebeurt met alle mensen in grote steden. Zij voelen zich meer verbonden met de stad dan met hun kerkgenootschap. Ik ben daar heel zorgvuldig in. Ik ben een goede presbyteriaan en ik ben nog altijd met mijn kerkgenootschap verbonden, mijn geloften zijn niet veranderd. Maar ik zie inmiddels wel dat de wereld groter is dan mijn kleine stam.’

Zelf heb ik de kerk vandaag de dag ook ervaren als een kleine stam. Gedurende de jaren ben ik de wereld om mij heen meer gaan ontdekken en ontdekte ik dat de kerkelijke wereld erg gescheiden is van de ‘normale wereld’. In Kellers is de materiële wereld en de hedendaagse cultuur de plaats waar het Evangelie zichtbaar gemaakt kan worden. Deze theologie van het Koninkrijk van God resulteerde in Kellers invloedrijke visie op de stad: the place to be in plaats van een besmette plek waar je jezelf van dient te isoleren.

Matthijs Vlaardingerbroek heeft zijn vorm duidelijk gevonden. Samen met een aantal stellen zijn zij ‘In de Praktijk’ begonnen, een experiment in een oude stadswijk van Den Haag waarin zij het christelijk geloof met daden in de praktijk willen brengen. Niet praten, maar doen. Het is pionieren en ontdekken en precies doen wat zendelingen in het Midden-Oosten, Afrika en Azië al eeuwenlang doen. Het verhaal ‘Grensverleggend’ raakt ons.

Wat Gea Gort schrijft vinden we ook mooi: ‘Stadszending betekent structureel werken aan de vrede/shalom in de stad’. Het verkondigende geloof wordt dan meer het werkende geloof. Hoe we de bloei van de stad willen zoeken, is voor ons niet volledig bekend. Lydia voelt zich als een vis in het water in het onderwijs. Ik voel me thuis in het mensen bij elkaar brengen, vernieuwing brengen en samen de schouders eronder zetten. In ieder geval willen we ons de komende tijd ons inzetten:
- voor de wijk door buitenfitness te realiseren
- voor de stad door vrijwilligerswerk te stimuleren, het omzien naar elkaar
- en in de strijd tegen gedwongen prostitutie en mensenhandel

De komende maanden wil ik gebruiken om te ontdekken wat er zoal plaatsvindt in de wijk en in de stad. Ik wil aansluiten bij de bestaande initiatieven, dit indien nodig bij elkaar brengen en zodoende bijdragen aan een christelijk-sociale beweging in de stad.

>> Lees verder << 

Friday, March 28, 2014

Wilders nuancering is niet genoeg

Nagenoeg iedereen is over Wilders heen gevallen. Er zijn vergelijkingen getrokken tussen Wilders en personen uit de periode voorafgaand aan de Holocaust. Er was diepe emotie, zowel bij volwassenen als bij kinderen. Niet alleen politici buiten de PVV, maar ook binnen de PVV bekenden kleur. Burgers hebben massaal aangifte gedaan, maar ook vele journalisten hebben zich tegen hun eigen regels in uitgesproken. Het was een ongebruikelijke week in onze democratische rechtstaat. Geert Wilders is een grens overgegaan, is de gedeelde opvatting. De regel om niet te bloggen over een onderwerp dat al helemaal is uitgekauwd, overtreed ik, want ik vind dat iets onderbelicht is gebleven.

De omstreden uitspraak
De PVV-voorman nuanceerde zijn discriminerende uitspraak afgelopen zaterdag voor het oog van de camera’s:
“Ik heb niet gezegd dat we alle Marokkanen het land uit willen knikkeren. Ik heb gezegd dat we dat met een drietrapsraket spreekwoordelijk willen bereiken
  1. door beperken van de immigratie van mensen van islamitische landen waaronder Marokko (dat staat in ons verkiezingsprogramma)
  2. door het bevorderen van de vrijwillige remigratie (ook dat staat in ons verkiezingsprogramma)
  3. en door het uitzetten van de criminele Marokkanen door ze hun Nederlandse paspoort af te pakken als ze een dubbele nationaliteit hebben, en dat hebben ze meestal, en ze naar een land met een andere nationaliteit, Marokko, te sturen (Een methode die het kabinet al mogelijk heeft gemaakt voor terroristen)”. 
In de retorica is een drietrapsraket onder andere bedoeld als wapen om de luisteraar te overbluffen. Dat is gelukt, want de meeste aandacht ging uit naar het laatste punt over criminaliteit, terwijl het tweede argument de kern van Wilders’ actie is geweest: een sfeer creëren waarin sommige Nederlanders van Marokkaanse afkomst zich niet meer prettig voelen in Nederland.  De afgelopen week ging het heel vaak over de vraag of Wilders wel of niet haat zaaide en ook werd keer op keer het derde punt over criminele Marokkanen genoemd, maar dat is niet de kern.
 
Vrijwillige remigratie
Afgelopen week is een filmpje op Facebook geplaatst waar een Nederlander van Marokkaanse afkomst willekeurige voorbijgangers bedankt voor de afgelopen twintig jaar en vertelt hij dat hij terug gaat naar Marokko. De reacties zijn zowel haatdragend naar Wilders als hartverwarmend naar de jongen. Maar waarom gaat deze jongen weg? Niemand ‘knikkert’ hem het land uit, maar het is precies wat Wilders beoogt: “het bevorderen van de vrijwillige remigratie”. 

De PVV beoogt een sfeer te creëren waarin allochtonen zich niet thuis, onveilig en niet op hun gemak voelen en ‘vrijwillig’ hun biezen pakken en zich verwijderen uit onze samenleving. Dat doet Wilders door te blijven hameren op ‘feiten’, zoals dat Wilders steeds weer noemt dat Marokkanen statistisch bezien behoorlijk crimineel zijn. Deze week kwam daar nog bij dat Wilders zijn aanhang liet scanderen ‘minder, minder, minder, …’. Wilders beoogt een monocultuur en wil daarom zoveel mogelijk – al dan niet criminele – Marokkanen het land uitwerken en heeft daar de drie bovenstaande manieren voor: naast een preventieve aanpak en een methode om criminelen te verwijderen dus ook een zogenaamde ‘vrijwillige’ remigratie voor alle Nederlanders met een Marokkaans paspoort. Net zoals zijn Europese partners als Vlaams Belang (België), Front National (Frankrijk), FPÖ (Oostenrijk) en Lega Nord (Italië) bouwt de PVV ook stelselmatig aan segregatie.

Politieke en maatschappelijke taak
Hoe moeten politici hierop reageren? Een aantal jaar geleden heb ik samen met enkele toenmalige klasgenoten studie gedaan naar hoe Wilders effectief te benaderen is. In deze periode introduceerde Wilders het woord ‘kopvoddentax’. Ik begrijp daarom D66-leider Alexander Pechtold die zeg dat je argumenten moet geven om de achterban van Wilders te overtuigen en niet emotie met emotie moet bestrijden. Een cordon sanitair werkt contraproductief. Daar kwamen wij na een half jaar studie ook achter.

Doordat politicus Wilders zich opwerpt als moreel leider, is het uitwisselen van argumenten niet afdoende. Het gaat hier niet om wetgeving. Politici dienen als morele leiders aan te geven dat Nederlanders met Marokkaanse afkomst er 100% bij horen. Gelukkig keek VVD-premier Mark Rutte afgelopen week op zijn morele kompas en benaderde hij het Jeugdjournaal en sprak zich uit voor een maatschappij van inclusiviteit. Het is onze gemeenschappelijke taak om onze multiculturele samenleving zo te voeden dat er geen ruimte is voor een partij die racisme voedt. Zodat Nederlanders met Marokkaanse afkomst zich geaccepteerd weten.

Sunday, March 02, 2014

Juli 2013 Pinokkio in Amsterdam

Al een half jaar zijn Lydia en ik aan het exploreren op het gebied van roeping en missiewerk. De afgelopen maanden ben ik met vlagen ongeduldig. Het gaat me niet snel genoeg. Andere momenten vraag ik me af waar ik ben beland. Wat gaat het toch snel! Ik realiseer me dat we dit proces niet moeten forceren.
Cor moedigt me aan om te ontdekken wat mijn en onze roeping is. Met doorleefde wijsheid spreekt hij over het niet forceren en de tijd nemen en open staan voor omstandigheden. De verschillen die er tussen man en vrouw kunnen zijn op dit gebied. Juist doordat het niet de bedoeling is dat ik bij Cor in dienst kom, is het extra belangrijk dat we ons zelf geroepen weten met een specifiek verlangen. Daar waar we elkaar overlappen in roeping kunnen Cor en ik samenwerken. Tijdens de bijna losbarstende zomervakantie willen Lydia en ik extra tijd nemen om op te schrijven waar we lange termijn voor willen gaan.

Eerst gaan Lydia en ik een week op werkbezoek met Home of Change in Amsterdam. Deze werkweek begint op de zaterdag in Ede. Daar is op deze warme zomeravond een leuke kennismaking en lekkere barbecue met veel vrijwilligers van Home of Change. ’s Avonds rijden we door naar Amsterdam. De eerste nacht brengen we door bij vrienden. We stappen de volgende ochtend met hen mee de tram in naar de kerk; het schijnt dat Arie Boomsma ook regelmatig in deze kerk is. Ondanks dat een oudere dame door de warmte in het kerkgebouw onwel wordt, gaat de dienst na een korte onderbreking door. De dominee vraagt de gemeente om de ambulancebroeders die ieder moment het plein op kunnen komen hun werk te laten doen. Er wordt in de zaal gegniffeld: welke brave christen zou het werk van deze ambulancebroeders willen beletten?! Het is een heerlijke, zonnige zondag. Na een lekkere lunch, vertrekken Lydia en ik naar ons logeeradres in hartje Amsterdam.

De onschuldigheid die op deze zondag centraal stond, staat in schril contrast met ons bezoek aan de Wallen. Jonge vrouwen met een dode blik in hun ogen die afgestompte mannen wenken, maar ook complete gezinnen die aapjes kijken. Op deze warme zomerdag nemen toeristen foto’s van de vrouwen in ondergoed. Studenten moedigen elkaar aan, met een biertje in de hand, om ‘naar de hoeren’ te gaan. Een stelletje dat gezamenlijk uit een deur komt en weet ik wat gedaan heeft. Ik loop hier rond in een plek die me doet denken aan de schimmige wereld van Stromboli, het heerschap die Pinokkio gevangen nam. Het grote publiek smult van het gezellige, onschuldige poppentheater, maar achter de schermen gaat het er heel anders aan toe. Het enige waar het slachtoffer mee bezig is, is dat zijn neus groeit als hij liegt en steeds verder vastzit in het web van zijn en andermans leugens. Pinokkio wordt in een kooi gezet en krijgt niets van het verdiende geld. Pinokkio is door twee stromannen verhandeld. Net zoals veel prostituees onder valse voorwendselen verhandeld worden, de leugens waar zij in vastzitten, de schaamte, de vele duizenden euro's die hen afhandig wordt gemaakt... De overeenkomsten met Pinokkio zijn legio.
Toenmalig Amsterdamse wethouder Asscher luidde de noodklok vanwege dwang en misstanden in zijn eigen stad. Er is een grote schoonmaak gehouden, zeggen de media. Voor het oog is er echter niets veranderd. Het romantische beeld dat de mannen als de vrouwen vanuit pure vrije wil tot deze daden komen, wat bijvoorbeeld in Baantjer naar voren komt, kan ik hier niet ontdekken. Ik denk aan Stromboli en het web van leugens.

We lopen ’s avonds laat weer richting onze logeerplek en lopen, net buiten het Wallengebied, een oudere man tegen het lijf. Hij loopt zijn woning uit en is bijzonder loslippig. We hebben een sterk vermoeden dat hij een paar glaasjes te veel op heeft. De avondlucht is warm, maar het koelt al af. Deze man heeft behoefte aan aanspraak; even een praatje maken. Zijn halve geschiedenis komt voorbij (hij is in de jaren ’70 hier komen wonen, etc., etc.) en hij probeert indruk te maken met niet-alledaagse woorden. Hoe kan het dat deze man hier al tientallen jaren woont en blijkbaar zoveel behoefte heeft aan contact dat hij drie mensen uit Noord-Nederland zo vastklampt? Ik realiseer me dat het ene (geen diepgaande contacten) het andere teweegbrengt (niet omzien naar elkaar) of in de hand werkt (seksslavernij).

Het doet me denken aan onze eigen wijk. In onze eigen straat, waar anonimiteit aan de orde van de dag is, zijn een aantal weken terug op een nacht minimaal drie meisjes van 16 en 17 jaar in een lege flat gevonden die door een Italiaanse pooier gedwongen werden tot seks. Een Stromboli actief in Beijum. Onlangs sprak ik een expert dat dit nog maar het topje van de ijsberg is, omdat de politie te weinig middelen heeft. Vorige week liep ik een middag door de wijk met Kamil, een afstudeerder Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen. Wat wonen er veel mensen in Beijum! Er wonen meer dan 13.000 mensen, maar wanneer ik kris kras door de wijk wandel, realiseer ik me meer wat dit getal betekent. Veel straten, veel hoekjes en buurten, veel woningen, veel gezinnen en huishoudens. Heel veel gezichten.  Beijum is, samen met Lewenborg, de meest kinderrijke buurt van Groningen. Te bedenken dat algemene statistieken leren dat  1 op de 5 meisjes voor het 16e levensjaar seksueel geweld heeft meegemaakt, wordt de nood in deze wereld zichtbaar. Het topje van de ijsberg!
Kamil is er in de wijk voor een heel ander onderwerp. Sinds februari begeleid ik Kamil die onderzoek doet naar buitenfitness in Nederland en specifiek of en hoe het aansluit bij de Groningse wijk Beijum. In het kader daarvan laat ik hem de potentiële plekken voor buitenfitness in de wijk zien. Het idee is dat mensen gratis in de buitenlucht kunnen werken aan hun fysieke gezondheid. Op een middag in de week dat we in Amsterdam zijn, krijg ik een berichtje dat hij geslaagd is! Het maakt me blij voor hem.

Naast het bezoeken van organisaties die strijden tegen mensenhandel in Amsterdam, spreek ik deze week ook af met een bestuurslid van de Surinaamse DOE-partij die in Nederland is (erg gezellig en nuttig!), een oud-collega die op basis van giften werkt in Noord-Amsterdam (veel herkenning over en weer) en een oud-klasgenoot van de basisschool (erg gaaf om hem weer te spreken en te zien dat het erg goed met hem gaat).

Op een andere ochtend spreken Lydia en ik af met Brigitte van Serve the City, een organisatie die een beweging van vrijwilligerswerk op het oog heeft. Typisch aan Serve the City is dat het laagdrempelig is, het is de ideale mix van met een grote groep en een klein team werken en het verbindt vrijwilligers aan bestaande instellingen. Brigitte is in Amsterdam begonnen en organiseert jaarlijks diverse events waarbij onze hoofdstad overspoeld wordt met vrijwilligers. Er is veel enthousiasme van de foto’s af te lezen. Veel mensen willen best iets goeds doen, maar waar begin je? Serve the City geeft een antwoord.
Een aantal jaar geleden vroeg ze me of ik in Groningen een lokale Serve the City wil opstarten. Ik kan dat niet alleen, heb ik haar gezegd. Wel ben ik erg enthousiast. Cor zei in februari ook de meerwaarde te zien van Serve the City in Groningen en wil er concreet mee aan de slag. Brigitte vraagt wanneer Cor en ik hier mee willen beginnen. Dat weet ik niet, vertelde ik haar, want Cor denkt vaak in langere processen. Toch Cor maar even vragen, bedenk ik me.

Deze week merk ik dat dusdanig moe ben dat Lydia en ik denken dat ik overwerkt ben. Daarom bel ik een ontmoeting met het bestuur van Cor in Zwolle af. De volgende dag bezoeken Lydia en ik 's avonds vrienden die in Amsterdam wonen. Het wordt een ontspannen avond.

Wanneer we terug zijn van de werkweek en daarna de vakantie, ben ik nog steeds moe. Ik besluit rustig aan te doen. Wel spreek ik in augustus met Jelly af. Zij verricht samen met een interkerkelijke vrouwengroep bezoekwerk onder de vrouwen die in de provincie Groningen in de prostitutie werken. Haar tweelingzus heb ik wel eens ontmoet, waardoor Jelly vertrouwd overkomt. Jelly zelf heb ik echter nooit ontmoet, alhoewel zij in een kerkelijk filmpje zit dat ik bedacht en geregisseerd heb om kerkleden de maatschappij in te krijgen. De passie straalt van haar af. Ik heb er geen spijt van dat ik met haar heb afgesproken. Het is fijn om iemand te ontmoeten in mijn eigen woonplaats met hetzelfde hart voor prostituees. We besluiten om contact te houden!

Het weekend voorafgaand aan de vakantie bezoeken we mijn schoonmoeder haar verjaardag en ook beginnen we met inpakken voor de vakantie. Het antwoord dat we vernamen toen ik belde naar het telefoonnummer die Marieke ons gaf, was sfeerverhogend: we kunnen gratis tien dagen op een prachtige locatie aan het Balatonmeer in Hongarije verblijven! Dat betekent dat we de tijd hebben om te concretiseren wat onze missie wordt. En bovenal dat we de tijd hebben om heerlijk te ontspannen.

>> Lees verder <<

Tuesday, February 25, 2014

Juni 2013 Onverwachtse ontmoetingen

De portiekbel gaat.
“Met Harry van People International!”, hoor ik door de hoorn.
“Met wie?” vraag ik verbaasd.
“Harry, van People International. Ik kom even kennismaken. Jullie zijn geabonneerd op onze nieuwsbrief.”
Nee, Harry komt niet collecteren of om geld vragen. Het is voor het eerst dat een goed doel spontaan aanbelt bij ons. Ik loop al een tijdje mee, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Natuurlijk nodig ik hem uit om naar boven te komen. Hij legt nog even kort uit wat People International doet, drinkt met smaak zijn thee op en vraagt geïnteresseerd wat wij doen in ons dagelijks leven. Leuk!

Het 40-dagenproject van de Vineyard Church is boeiend. We draaien nu enkele weken mee met een Home Group. De groep bestaat uit dertien mensen die wekelijks op een doordeweekse avond bij iemand thuis komen. We beginnen met een korte videoboodschap van Tim Keller en bespreken daarna een hoofdstuk uit het boek. Het is een ontspannen en leuke manier om elkaar te leren kennen. Twee mensen komen uit Maleisië, vier uit Brazilië en vier uit Nederland waarvan één uit Caribisch Nederland en één een lange tijd in Egypte gewoond heeft. Een leuke cultuurmix levert verschillende soorten verhalen op.
Het boek ‘Gospel in Life’ vertelt over de visie van Tim Keller op de stad. Ik kan me er wel in vinden. Waar veel christenen de stad zien zoals Sodom en Gomorra, een broedplek van kwaad, ziet Keller de stad als Gods manier om mensen bij elkaar en tot bloei te brengen. In een stad heb je kunst, sport, literatuur, wetenschap (universiteiten), cafés en restaurants, etc.. De vraag die centraal staat: leef je voor jezelf of leef je voor de bloei van de stad? De weg die Keller voorschrijft is die van omzien naar elkaar, een hechte gemeenschap vormen en zodoende als christenen een alternatieve stad zijn. Dit sluit goed aan bij mijn visie op de stad en het maakt me enthousiast.

Groningen is, samen met Friesland, verantwoordelijk geweest voor de verkoop van zo’n 15.000 slaven (zeer voorzichtige schattingen). Dat vertelde dr. Alex van Stripriaan op een avond georganiseerd door het Groninger Forum een week voorafgaand aan de nationale herdenking van ons slavernijverleden. Dus niet alleen de hoge heren in Amsterdamse grachtenpanden zaten diep in dit onrecht, maar ook Groningers zijn verantwoordelijk voor het maken van mensen tot slaven en generaties durende uitbuiting. Het is weer één van de zoveel historische feiten die me in de overtuiging sterkt dat wij –afstammelingen van deze Nederlanders- dit onrecht moeten erkennen. Een week hiervoor liet de Raad van Kerken weten de schuld te erkennen. Nu de overheid nog.

Het boek dat ik aan de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie overhandigd heb, is geschreven door mensen van de Stichting voor Boete & Verzoening. Na meer dan dertig jaar reizen te hebben gemaakt naar voormalige koloniën van Nederland en West-Afrika, willen zij weten wat hun rol is op nationaal politiek niveau. Deze stichting wil hun kennis en ervaring graag inzetten op het gebied van het streven naar verzoening tussen Nederland en Suriname en Caribische Nederland.
Nadat ik kennis heb gemaakt met de voorzitter en penningmeester van deze stichting wordt besloten dat ik contact zoek met de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. Het blijkt dat de ChristenUnie dit thema opgepakt heeft en in juni een rondetafelgesprek organiseert met het thema ‘150 jaar afschaffing slavernij’. De ChristenUnie neemt echt het voortouw in de politieke discussie.
Ook ik mag samen met twee mensen van Stichting voor Boete & Verzoening aanwezig zijn. De Kamervoorzitter en Kamerleden van enkele andere partijen zijn deze dag ook aanwezig. De bijdragen van mensen als mw. Joan Ferrier, dr. Glenn Helberg, mw. Eva Mabayoje, dr. Alex van Stripriaan en dhr. Quinsy Gario (later bekend geworden van zijn protest tegen Zwarte Piet bij Pauw&Witteman) zijn interessant en geven steeds aan: er dient een excuses van de Nederlandse Staat te komen voor de slavernij en het leed dat eruit ontstaan is. Over een aantal dagen zal vicepremier Asscher iets zeggen op de landelijke herdenking. Het is duidelijk dat de leidende figuren op dit gebied van Asscher (en meer nog van kroonprins Willem-Alexander) verwachten dat hij excuses gaat maken en niet met een ‘diepe spijt’ of iets dergelijks komt. Spijt heeft te maken met menselijke gevoelens en dat heeft de Nederlandse Staat niet. Spijt zou ook duiden op angst voor schadeclaims en dat mag een welgemeend excuses niet in de weg staan. Tegelijkertijd wordt gezegd dat de verwerking van het verleden niet afhankelijk mag blijven van het al dan niet uitblijven van een excuses door de Nederlandse Staat. ‘We zijn geen slachtoffers meer’.

Een excuses bleek te veel voor het kabinet. Er kwam een ‘diepe spijt en berouw’, een herhaling van 2001 maar dit keer uitgesproken op Nederlandse bodem in de nabijheid van nazaten van slaven. Desondanks vatte de Surinaamse president deze woorden op als een ‘excuses’ en vergaf ‘de kolonisator’. Namens Boete & Verzoening heb ik vervolgens een opinieartikel ingestuurd naar het Friesch Dagblad waarin wordt aangegeven dat excuses niet afdoende zijn. Krijgt dit debat een vervolg?

Een paar dagen hiervoor stap ik voor de tweede keer in mijn leven het Europees Parlement in. PerspectieF, ChristenUnie-jongeren, hebben een programma georganiseerd. We gaan op bezoek bij de ChristenUnie-fractie en ontdekken de brede en lange gangen van het parlement in Brussel.  Het wordt een gezellige en leerzame dag
Op de terugweg in de trein naar huis ontmoet ik Annette. We zitten naast elkaar in de trein en komen tot de ontdekking dat we allebei naar Groningen reizen. We raken aan de praat en zij ontdekt dat ik werk voor Home of Change, een organisatie die tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie strijdt. Ik vertel over het prostitutiebeleid van de Gemeente Groningen en ik merk dat Annette ook begrijpt dat de lokale overheid de ogen sluit voor hedendaagse slavernij in de Groningse prostitutiebranche. Annette vertelt dat haar dispuut een manier zoekt om een jaar lang bezig te zijn met het thema mensenhandel en prostitutie. Zij vertelt dat haar dispuut zich vorig jaar structureel inzette voor thuis- en daklozen door maaltijden te koken. Deze maatschappelijk betrokken groep studenten wil zich concreet inzetten tegen gedwongen prostitutie! Maar eerst willen de studenten meer weten over deze onbekende wereld achter prostitutie. We spreken af om contact te houden en om na de zomervakantie af te spreken. Toch wonderlijk hoe ontmoetingen plaatsvinden!

Deze maand maak ik verder kennis met andere bestuursleden van Home of Change, schrijf ik een gastblog voor Home of Change, hou ik een betoog voor de PerspectieF-leden om ons komend jaar te richten op de strijd tegen gedwongen prostitutie onder onze leeftijdsgenoten (maar na beraad in het bestuur verliest het toch nog van de andere gekozen speerpunten) en ben ik bij het afscheid van Jan Hooikammer als pastor bij de Vrij Baptisten. Jan gaat samen met zijn vrouw Tilly en een aantal anderen missionair pionieren in Groningen. Verder zijn Lydia en ik deze maand 10 jaar samen! Een moment om bij stil te staan.

Tien jaar geleden vroeg ik Lydia of we zouden verkeren… We liepen toentertijd hand in hand langs de weilanden van Garmerwolde tot over onze oren verliefd op elkaar. We vieren het dit jaar door met z’n tweeën uit eten te gaan. We zijn nog steeds dolblij met elkaar en hebben het idee dat we elkaar beter kennen dan ooit. We hopen nog heel lang bij elkaar te blijven. Ook zijn we op het moment wat moe van het afgelopen jaar en willen er graag tussenuit. Saampjes. Weekje weg. Hand in hand. Wandelen. We gaan bellen naar het telefoonnummer op het briefje van Marieke!

>> Lees verder <<

Sunday, February 23, 2014

Mei 2013 Een fundamentele keuze

Zegt de Bijbel niet “Bij alle zwoegen is er overschot, praatjes leiden slechts tot gebrek”? Hoe sterk het gevoel in februari was, hoe meer onzeker we er nu over zijn. Leven van giften is maatschappelijk bezien geen logische keuze. Daarnaast is het iets wat Lydia en mij de zenuwen geeft. Ook al komen we in deze maanden heel veel mensen tegen die blijkbaar een goede living kunnen maken van het geld van anderen, merk ik dat het me blijft bezighouden. Het lijkt mij dat ik als mens ook een verantwoordelijkheid heb, precies zoals een Psalm het zegt: “Want u zult eten van de inspanning van uw handen; welzalig zult u zijn en het zal u goed gaan”.

Sinds januari 2012 heb ik geen betaald werk kunnen vinden. Uitzendbureau in en uit, open en gerichte sollicitatiebrieven verstuurd, veel vrijwilligerswerk gedaan om een gat op mijn C.V. te vermijden en ondertussen mijn netwerk vergroot. Nu heb ik de zoveelste sollicitatiebrief verstuurd. Voor de tweede keer in 1,5 jaar  ben ik uitgenodigd. Met vertrouwen in een goede afloop, doch wel gespannen en ook met veel rugpijn stap ik de bus vanaf het Centraal Station in Groningen.
De functie die vrijkomt is voor een communicatiemedewerker en in de grootste en snelst groeiende kerk in Nederland. De Bethelgemeente in Drachten. Omdat het een parttime betrekking is, denk ik dit goed te functioneren met het vrijwilligerswerk wat ik doe. In het gesprek kom ik er achter dat ik één van de twee kandidaten ben. Het is ergens een geruststelling, omdat ik me realiseer dat ik een grote kans maak en dat het voor God een vingerknip moet zijn om mij de baan te geven. Ondanks dat ik last van mijn rug heb, merk ik dat het gesprek redelijk goed verloopt.

Mijn rug doet met de dag meer pijn. Toch besluit ik om op de tweede zaterdag van mei de straat op te gaan om enquêteformulieren af te nemen. De afgelopen maanden heb ik het onderzoek theoretisch voorbereid en in samenspraak met de werkgroep de enquêtevragen opgesteld. Nu komt het er op aan. Digitaal zijn er tientallen enquêtes ingevuld, waarbij per IP-adres maar één ingevuld kan worden. We hopen op deze zaterdag in het winkelcentrum nog honderd enquêtes af te nemen. Vele gesprekjes verder, is het ons gelukt!
Doordat we in de afgelopen maanden diverse leveranciers van buitenfitnesstoestellen hebben bezocht, ben ik steeds meer overtuigd geraakt van de waarde van deze nieuwe manier van sporten. Wanneer de toestellen een vergelijkbare ervaring geven als binnenfitness, kan deze gratis sportfaciliteit een sociaaleconomisch arme wijk een boost geven. Uit de enquête komt naar voren dat 60% buitenfitness in de wijk wil hebben. Wanneer dit nieuws in de krant komt, gaat het al wat beter met mijn rug.

Voordat mijn rug aan de beterende hand komt, besluiten we een archiefkast te kopen. Hoe ordelijk ik vaak ook op mensen overkom, het is onwaar. De bende aan paperassen op, onder en rond mijn bureau groeit met de maand. Daar kan je letterlijk en figuurlijk niet om heen. Notulen, financiën, enz., enz. moeten opgeruimd worden. Archiefkasten zijn helaas duur. Marktplaats biedt uitkomt. Echter de enige goedkope archiefkast bevindt zich in Emmer-Compascuum, diep Drenthe in tegen de grens met Duitsland aan. Eenmaal aangekomen, ontdekken we dat de kast loodzwaar is. Ondanks de leeftijd, blijken deze Drenten sterke mensen te zijn. Zonder mijn hulp, wordt het moloch de gehuurde laadbak ingeschoven. De kast past er precies in. Een tweede geluk vandaag! Onderweg terug realiseer ik me dat we saampjes de kast niet naar boven gaan krijgen. Onderweg naar huis bel ik vrienden op die gelukkig in de gelegenheid zijn om dit kreng naar boven te tillen en duwen. Eenmaal in een afhankelijke positie ontdek ik dat anderen graag bereid zijn om een handje te helpen.

Cor (die ik ontmoette in februari) deelt in de inmiddels wekelijkse gesprekken die ik met hem heb veel over het werk in Afrika en zijn droom voor Europa. Ook leent hij me een boek over het leven van giften waarin ik ontdek dat Jezus tijdens zijn drie laatste jaren van giften leefde en zo nog heel veel meer Nieuwe Testamentische figuren. Hij legt me in deze gesprekken tevens uit hoe zijn stichting functioneert, namelijk als een netwerk van organisaties en als een netwerk van individuen. De stichting heeft een website nodig, maar Cor wil me vooral op pad meenemen zodat ik het missionaire werk al doende leer. Zo ga ik met hem mee naar een symposium van de African Students Community. Ondanks dat Cor een nacht heeft doorgewerkt, is hij behoorlijk energiek. We fietsen naar het Academiegebouw waar het programma zal plaatsvinden. Een interessante kennismaking met een wereld waar ik in de afgelopen weken het één en ander over gelezen heb. Afrika is een wereld waarin acht van de tien snelst groeiende economieën zich bevinden; niet verwonderlijk met alle grondstoffen die het bezit. Een continent dat qua oppervlakte groter is dan Europa, China en Canada bij elkaar. Tevens een continent dat nog steeds de naam heeft van een arm continent, terwijl dat – op bepaalde gebieden na – niet meer zo is. Het programma loopt dusdanig uit dat ik halverwege er tussenuit ga. Ook dat schijnt typisch Afrikaans te zijn…

’s Middags heb ik namelijk een gesprek met Jacqueline van Home of Change. Een aantal weken terug heb ik met haar gesproken in de Bagels & Beans in Groningen. Zij werkte voor een mensenrechtenorganisatie waar ik toentertijd afstudeerde. Nu is zij Home of Change begonnen, een organisatie die mensenhandel en gedwongen prostitutie bevecht. Dit thema intrigeert me enorm. Al enkele jaren lees ik diverse boeken daarover en bekijk ik allerlei documentaires. In 2012 wist ik dat dit onrecht iets is waar ik mij hard voor moest maken. Deze middag heb ik weer een afspraak met haar. Zij wil me haar kantoortje, een oud-cel, laten zien in de voormalige gevangenis Blokhuispoort in Leeuwarden. In de Bak, het café van het gebouw, delen we ons hart op dit thema. Ik vertel haar onder andere dat ik het prostitutiebeleid van de gemeente Groningen niet begrijp. Hoe kan Groningen de tippelzone open houden en deze verslaafde vrouwen faciliteren in hun verslaving en hun seksuele risicovolle bestaan?! Ik wil daar graag iets aan doen. Jacqueline vraagt aan mij of ik bestuurslid van haar stichting wil worden. Het lijkt alsof na jaren bidden en afwachten het moment hier is om in te stappen. Energiek trein ik weer naar huis.

Op de dag van het sollicitatiegesprek wordt ik teruggebeld. De tweede persoon blijkt een interne kandidaat te zijn. Er wordt mij verteld dat de interne kandidaat beter in het team past. Hij had ook al een dagje meegelopen. Voor Lydia en mij is het duidelijk: blijkbaar klopt het verlangen dat ik fulltime missionair werk wil doen. Ondanks dat de Bijbel zegt: “Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden”, blijkt de stap om van giften te leven best eng. We zeggen tegen God dat hij het nu wel moet bevestigen.

We zoeken in deze tijd houvast bij mensen die vertrouwd zijn met het leven van giften en geen belang hebben bij twee ‘gratis krachten’. Op het zendingsweekend in maart klikte het erg met Frits & Marieke, een echtpaar dat al geruime tijd van giften leeft. We bezoeken het gezin op een zonnige zondagmiddag. Het is vooral heel gezellig en op een natuurlijke manier worden enkele punten besproken. Aan het einde van ons bezoek vraagt Marieke aan ons of we al een vakantieadres hebben. De vraagstelling verbaast me. Ze vraagt niet ‘Gaan jullie op vakantie?’ of ‘Waar verblijven jullie tijdens de vakantie?’. We vertellen dat Lydia en ik heel graag er even tussenuit willen, maar dat het bedrag op de bankrekening het niet toelaat. Marieke geeft ons een briefje met een telefoonnummer en drukt ons op het hart om te bellen. Zullen we dan toch op vakantie kunnen gaan deze zomer?

>> Lees verder <<

Saturday, February 22, 2014

April 2013 Volop beweging

In maart reizen we naar het zendingsweekend in Limburg. Het is vrijdagavond en we zijn gehaast in de auto gestapt. Lydia rijdt en ik mag TomTom zijn. Nog voor we Zwolle bereiken, vertelt Lydia dat ze dit weekend helemaal niet ziet zitten. Er rolt een traan over haar wang. En nog één. En nog één.
Mijn eerste reactie is dat we maar rechtsomkeert moeten gaan, zodat we een relaxt weekend kunnen pakken. Lydia vindt dit geen goed idee. Ik eigenlijk ook niet, want ik ben heel benieuwd naar het avontuur dat nu echt is begonnen!

Als ik haar vraag waarom ze niet naar het zendingsweekend wil, zegt Lydia dat ze, ten eerste, denkt dat het Grijze Wollen Sokken-christenen naar zo'n weekend getrokken weten die heel christelijk en nobel met oogluiken op in een zelfgecreëerde wereld leven. En dat zij daar in ieder geval niet tussenpast.
Nadat ik inslikte dat ik toch ook geen GWS-christen ben, gaat Lydia verder: "Ten tweede: vind ik het doodeng om stabiliteit,  hoe snel dat ook kan veranderen, los te laten. Ik wil in Nederland blijven wonen bij m'n zusjes en m'n moeder".
Met dat ze het uitspreekt, merkt Lydia dat ze tot rust komt. Een kwartier later kloppen we op de deur van een groot gebouw dat doordeweeks doorgaat als Bijbelschool.
Met de GWS-christenen viel het wel mee. We werden bij Frits en Marieke en nog een paar leuke jonge mensen ingedeeld en dat klikte goed. Frits en Marieke zijn realistische, stabiele mensen met een hart vol liefde en wijsheid. En ondertussen heel normaal.

Aan het einde van het weekend reden we voldaan en vastberaden naar huis. We hadden beide vrede bij de huidige situatie en waar we naartoe onderweg zijn. We gaan het avontuur samen in zonder onze individualiteit op te geven. We blijven (voorlopig en misschien wel altijd) in Nederland wonen, Lydia haar hart ligt in het onderwijs, mijn hart gaat uit naar het zien van God in actie in de maatschappij en we zullen GEEN grijze, wollen sokken gaan dragen. Erewoord.

Wat er tijdens het zendingsweekend is gebeurd, is nog steeds onbekend. Hoe verdeeld we heen reden, zo eendrachtig kwamen we terug.

April valt verder samen te vatten met één woord: beweging. Ik maak kennis met bewegingen, draag er aan bij en sta er middenin.

Een sociale beweging is:
een diffuus netwerk van groepen en organisaties die sympathie hebben voor een bepaald ideaal en doel met name om verandering te bewerkstelligen.

Op Facebook zie ik dat de ChristenUnie-SGP Rotterdam een christelijke beweging wil vormen. Ik ben nieuwsgierig en stap op de trein om de eerste bijeenkomst bij te wonen.
Na een lange rit kom ik aan bij een klein kerkje tegenover een imposant gebouw van Het Oogziekenhuis. Binnengekomen zie ik de fractievoorzitter Setkin Sies staan. Hij herkent me nog van de tijd dat ik stage liep bij Youth for Christ. We geven elkaar een hand. Omdat hij in de organisatie zit, dient hij nog even wat te regelen.

Tegelijkertijd wordt er in de benedenzaal van de Scots International Church een lunch aangeboden aan dak- en thuislozen. Eén van hen maakt een praatje met me. Dat doorbreekt de stilte en zorgt er voor dat er ook andere gesprekken opgestart worden.
Een moment later maak ik kennis met een vrouw die net is binnengekomen. Ze stelt zich voor als Xannelou Mendeszoon van de Victory Outreach Rotterdam. Ze vertelt onder andere dat zij werkt onder prostituees. Haar verhaal interesseert me, maar het programma gaat beginnen.
Onderweg naar boven kom ik Ixora Balootje tegen. Zij herkent me van de vorige maand waarin ik mijn ervaringen in Suriname deelde met de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. We gaan op de tweede rij zitten. Al snel kom ik erachter dat door de hardheid van de houten banken mijn zitvlees getest wordt op geduld. Het zal een zware beproeving worden.

De zaal zit vol met iets meer mannen dan vrouwen: dominees en kerkelijk oudsten, directeuren en managers van (zorg)instellingen en wie zich ook maar een christelijk leider beschouwd. Er werden interessante speeches gehouden, waarvan de één nog wat interessanter was dan de ander. Met de één was ik het dan ook meer eens dan met de ander. Aan het van de middag maakte Setkin Sies bekend bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, maart 2014, wederom lijsttrekker te zullen zijn. Een applaus volgde.
Wat ik leerde was dat de Rotterdamse beweging niet een georganiseerde, top-down, politieke beweging is. Het is een maatschappelijk organisme waarbij vriendschappen centraal staan. Met de juiste ingrediënten wint het organisme aan kracht en zichtbaarheid. Zoiets leek me voor Groningen ook zinnig.
In de afgelopen weken voerde ik gesprekken met een bestuurslid van de Provinciale Unie van de ChristenUnie Groningen. Ik kwam er achter dat ook in Groningen de ChristenUnie dienend op de samenleving betrokken wil zijn en samen op wil trekken. In deze gesprekken kwam steeds terug dat je zo'n beweging niet creëerde vanuit de politiek, maar dat het er als organisme al aanwezig is en dat de rol van de politiek zou zijn om het bestaande te versterken.
Als ik Cor over een dergelijke beweging spreek, zegt hij enthousiast dat dit precies is waar zijn stichting al mee bezig is, alleen zonder de politiek. We zijn in de auto onderweg naar het jubileum van Jeugd met een Opdracht in Heerde. Die middag hoor ik de uit Nieuw-Zeeland afkomstige Steff Fountain voor het eerst spreken. Deze oudgediende in de evangelisatiebeweging van Nederland vertelt over Europa. Het is voor het eerst in mijn leven dat ik op een niet-politieke, christelijke bijeenkomst iemand hoor praten over politiek. Sterker nog: over Europa en de Europese Unie. Niet negatief, maar juist vol passie. Tot tranen toe begeestigt hij de aanwezigen om als christenen een volk van hoop te zijn, een sociale beweging. Zoals we ook na de Tweede Wereldoorlog vanuit een christelijke inspiratie de Europese Unie begonnen zijn.
Wanneer ik die avond op de ALV van PerspectieF, ChristenUnie-jongeren, ben, moet ik nog geregeld aan Jeff Fountain denken. Op de ALV wordt besloten om de organisatie van de politieke jongerenorganisatie te hervormen, zodat het meer een beweging kan worden. De kandidaat voorzitter van de landelijke ChristenUnie, Piet Adema, zit naast me. Ook hij wil een beweging. Daarom is zijn pleidooi om te werken aan een debatcultuur binnen de ChristenUnie. De volgende dag zou hij tot partijvoorzitter benoemd worden. Het lijkt me, de risico's in ogenschouw nemend, een goede zaak.
Op de ALV dien ik samen met Janette als twee communicatiedeskundigen een voorstel tot een motie in, maar die haalt het helaas niet. Daarentegen zie ik mijn adviezen wel gerealiseerd aangaande Perspex, het partijblad van PerspectieF. Geen blad meer met droge artikelen van aanstormend talent, maar een samenbindende, op actiegerichte propaganda met goede foto's van de leidende figuren van PerspectieF en de ChristenUnie. Zodat, ja je raadt het vast al, de beweging wordt gevoed.
Op de laatste dag dat ik voor RTV OOG werkte, is er onrust op het stadhuis. Wat me blijft hangen, is een uitspraak van een PvdA-gemeenteraadslid, off the record, dat de Pvda-burgemeester Rehwinkel niet voor een tweede termijn moet willen gaan. Over het algemeen komt dit alleen voor als een burgemeester echt slecht presteert. Rehwinkel blijkt te vriendelijk, terwijl men van hem verwacht dat hij in de media van zich afbijt. Minder sociaal georiënteerd, meer een leider. Een paar maanden later vervroegt Rehwinkel zijn vertrek. Hij is er de man niet naar om anderen te besmeuren of op zijn strepen te gaan staan. Ook ik vertrek, maar dan bij RTV OOG, omdat ik vind dat er geen uitmuntende journalist in mij schuilt. Ik heb een te duidelijke mening en ik wil meedoen in plaats van aan de zijlijn verslag doen. Mijn droom ligt elders.
De eerste zondag na Pasen stappen Lydia en ik een voor ons nieuwe kerk binnen: de Vineyard Church, een internationaal kerk. De diensten zijn westers geschoeid, maar om ons heen zien we christenen uit alle windrichtingen en van nagenoeg alle continenten. Zeker geen GWS-christenen... Ondanks dat de Vineyard internationaal veel gemeenten kent, wil het geen denominatie, maar een beweging zijn. Geen hiërarchische organisatie, maar een organisme. Voor Lydia en mij blijkt het een verademing.

Er wordt die ochtend gesproken over het christelijk geloof dat het hele leven en daarmee onze omgeving beïnvloedt. Het christelijk geloof vraagt van christenen dat zij van de stad en haar inwoners houden. Een geloof dat deel uitmaakt van de stadse samenleving en het beste zoekt voor haar inwoners. Wauw. Dit heeft ons hart.
Wanneer we thuis zijn, besluiten we om met het 40-dagenproject mee te doen. We gaan het boek Gospel in Life van Tim Keller behandelen. We zijn benieuwd hoe de eerste avond zal verlopen..! 

Wednesday, February 19, 2014

Maart 2013 Idealisme of realisme?

Kun je ingevingen wel vertrouwen? Een verlangen hebben is mooi, maar wat is realisme? De gebedsgenezeres Greet Hofmans, kind aan huis op Soestdijk, had heel veel ingevingen, maar prinses Marijke werd niet genezen van haar oogafwijking. Er kwam bovendien zoveel ellende van Hofmans ingevingen dat het huwelijk tussen prins Bernhard en koningin Juliana bijna uiteenspatte. In politieke kringen is zelfs beweerd dat Nederland dankzij de ellende van de ingevingen van Greet Hofmans bijna omgetoverd was in een republiek. Afschaffing Koningshuis.

De ingevingen die we in de afgelopen weken hebben ontvangen, hebben veel losgemaakt bij ons. Bij mij heeft het verlangen dat ik als kind en tiener al had, weer naar boven gebracht en versterkt. Lydia en ik willen alleen niet bouwen op drijfzand, maar realistisch ons hartsverlangen volgen.
Lydia wil mij hierin steunen, maar merkt tegelijkertijd hoe langer hoe meer dat zij zich niet gemakkelijk voelt bij het niet nastreven van the Dutch dream, wat vervat is in de klassieke woorden ‘huisje, boompje, beestje’. Het is ‘normaal’ om na het behalen van je studie op zoek te gaan naar een betaalde baan en carrière te maken. Dat ik openlijk anders ambieer, maakt haar onrustig.
We besluiten om ons meer te verdiepen in de hele wereld achter zending, missie en van giften leven. Na enkele telefoontjes te hebben gepleegd met zendingsorganisaties worden we doorverwezen naar ‘Het Zendingsweekend’, jaarlijks gehouden in Limburg. We geven ons op.

Ondertussen heb ik deze maand een heel leuk uitje naar de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer. Omdat ik vorig jaar (2012) vanuit de ChristenUnie gedetacheerd ben in Suriname bij de DOE-partij, mag ik mijn ervaringen vertellen in de fractie. Wanneer ik op dinsdagmorgen het historische Binnenhof oploop, merk ik dat de politieke wereld me weer enorm boeit. Politiek houdt zich bezig op het snijvlak van idealisme en realisme.
Aan het einde van de fractievergadering krijg ik een paar minuten om de drie maanden in Suriname  samen te vatten. Halverwege het voorlezen van mijn verhaal, maant de directeur van de ChristenUnie-fractie, die naast me zit, om af te ronden.

Ik vertel tot slot dat mij opvalt dat, in vergelijking tot ons land, de pijn over het slavernijverleden in Suriname diep zit. Nederland lijkt deze pijnlijke episode, die eeuwenlang geduurd heeft, collectief proberen te vergeten. Als je kijkt naar de inhoud van onze geschiedenisboeken dan mist er heel vaak ons aandeel, oftewel ‘ons verhaal’. Pijnlijker is dat wij als kolonisator deze Nederlandse geschiedenisboeken tot 1975 verplicht stelden in Surinaamse scholen. Dat Nederland weinig weet van dit deel van onze geschiedenis zorgt ervoor dat de pijn wordt afgedaan met ‘dat is al zo lang geleden’.
Toen Stichting voor Boete & Verzoening een verzoeningsreis aflegde in Suriname, kwam er zoveel emotie en pijn naar boven. Het benoemen van de feiten en vragen om vergeving had duidelijk een snaar geraakt. De Surinamers die zij tegen kwamen moedigden hen aan om dit te vervatten in een boek, zodat het nageslacht van deze verzoening zou weten. Ds. Doth heeft mij, in de tijd dat ik in Suriname was, uit eerste hand verteld over deze ontmoetingen. Het boek dat eruit voort is gekomen, heb ik vervolgens aan Arie Slob overhandigd namens ds. Doth sr., voorzitter van de integriteitscommissie van de DOE-partij.

Twee dagen later fiets ik om kwart over negen gehaast over de Korreweg, onderweg naar het gebouw van OOG Radio & Televisie. Het lijkt zo onbetekenend om na het gebeuren in Den Haag nu aan het werk te gaan als vrijwilliger op de redactie van de stadszender. Toch wil ik mijn best doen, want ik vind het ook erg leuk en ik wil mijn verantwoordelijkheid in het kleine nemen!
De eerste keer loop ik met een vrijwilliger mee die communicatiestudent is aan de Rijksuniversiteit Groningen. Er wordt aan me gevraagd waar mijn interessegebied ligt. Onomwonden geef ik toe dat ik een brede interesse heb, maar dat gemeentelijke politiek me erg boeit.

Twee weken later sta ik weer op de stoep van het immense gebouw tegenover de Noorderkerk. Ik bel aan en de receptionist drukt op de knop zodat ik naar binnen kan. Ik weet al hoe het er aan toe gaat. De receptionist kijkt niet op of om, terwijl ik hem – tegen beter weten in – ‘goedemorgen’ groet. Wat zullen we vandaag gaan doen?
Na de redactievergadering tuf ik samen met de politiek verslaggever en een cameraman in de kleine OOG-auto naar het stadhuis. Om 12:00 uur zal er een persconferentie zijn. Als we de auto in de parkeergarage aan de Vismarkt zetten (zo’n kleine auto past altijd wel!), krijgt de politiek verslaggever een telefoontje. Het nieuws is dat Bas van Kampen, directeur van het Groninger Forum, wordt bedankt door het stadsbestuur. We mogen het pas naar buiten brengen als de wethouder Dig Istha het nieuws op de conferentie brengt. Het nieuws wordt online klaargezet voor publicatie. Aan mij de taak om de redactie te sms’en wanneer het zover is. Wanneer we daarna Istha en Van Kampen afzonderlijk voor de camera hebben gekregen, begint de montage en zit de dag er vervolgens om half vijf op. Voldaan rij ik naar huis. Het is het nieuwtje van de dag geworden. OOG bracht dit nieuwsfeit als eerste. 

Zo werkt het ook met leven met God. Ingevingen zijn mooi en aardig, maar tot het moment dat de ingeving een nieuwsfeit geworden is, is het geen feit.

>> Lees verder <<

Tuesday, February 18, 2014

Februari 2013 ‘Het avontuur is al gaande!’

Ondanks de kou buiten, voel ik mij energieker dan ooit. Na het sollicitatiegesprek bij Agapè zit ik de volgende ochtend met een vriend, Henk Paul, in onze woonkamer. De gezelligheid van de avond ervoor bij een vriendin in Utrecht zit nog voor in mijn hoofd. Ik ben een gelukkig mens en sta op de drempel van een nieuw avontuur!
Henk Paul is nieuwsgierig naar hoe het sollicitatiegesprek is verlopen en stuit op mijn twijfel over de vacature. Hij stelt voor om eens te spreken met een kennis van hem die nota bene in onze straat woont. Hij heet Cor en heeft een lange staat van dienst bij Agapè.

Een aantal dagen later sta ik bij Cor op de stoep en ik bel aan. De deur zwiept open en een enthousiaste, kleine man doet open. We gaan aan de keukentafel zitten en Cor vertelt honderduit over hoe zijn leven verlopen is en over zijn verlangen om Europeanen te beïnvloeden met Afrika en andersom. Na een half uur van het ene verhaal in het andere vallend, ontdekte hij dat het water dat gekookt heeft, nog op het aanrecht staat. Na een korte adempauze heb ik thee gekregen en spreekt Cor vol passie verder. Vervolgens vraagt hij aan mij ‘wie ben je?’ waarop ik hem vertel over hoe ik door de jaren heen gevormd ben en wat mijn verlangen is. Het gesprek verloopt soepel en is gericht van hart tot hart.
Aan het einde van het 3,5 uur durende gesprek vraagt Cor: ‘Zou je jouw hartsverlangen in de praktijk kunnen brengen bij Agapè?’.
‘Eerlijk gezegd,’ zeg ik hem, ‘weet ik wel zeker van niet.’
‘Wil je overwegen om bij ons te komen werken?’ vraagt hij oprecht. Deze man ziet graag mensen opbloeien, merk ik.
Cor vertelt me vervolgens iets wat me nog maandenlang bezig zal houden. Op de ochtend dat ik met Henk Paul sprak, bad Cor voor een communicatiemedewerker die met hem op kan lopen. Het woord ‘Agapè’ valt bij hem in. Wanneer hij in de middag een mailtje van Henk Paul krijgt waarin Henk Paul mij als sollicitant bij Agapè voorstelt, moet hij terugdenken aan het gebed van die ochtend. Tussen neus en lippen door vertelt hij me dat hij nooit een vacature uit heeft geschreven, maar dat God altijd mensen op zijn pad brengt.

Thuisgekomen heb ik gemengde gevoelens. Het avontuur die op mij wacht, lijkt al begonnen! Ben ik er wel klaar voor? Kan ik de keus maken om bij Cor te werken alleen op basis van een ingeving van Cor? Ik weet het niet. Maar wat een gave ontwikkeling!
Wanneer Lydia thuiskomt, merkt zij mijn blije gemoed op. We weten beide dat we hier iets mee moeten doen.

Twee weken eerder komt een jeugdvriend van mij met zijn vrouw bij ons op bezoek. Ze komen veel te laat aan, want er valt die zaterdagmiddag een hoop sneeuw op de route van Noord-Holland naar Groningen. Het weerzien was, ondanks de jaren dat we elkaar niet gesproken hebben, erg prettig. Hij stelt zijn vrouw aan mij en Lydia voor; hun dochter is er ook en zij is adorable. De tijd vliegt. Aan het einde van het bezoek bidt dit lieve stel voor onze zoektocht.
Na het gebed gebeurt er iets vreemds. De vrouw van mijn jeugdvriend wil ons een klein geldbedrag geven. Ze zegt dat ze de aandrang van God ervaart en staat erop dat we het aannemen. Het is een hele andere manier van omgaan met geld wat ter tafel komt tijdens het budgetspel, bedenk ik me. Tegelijkertijd kwam er op dat moment op de één of andere manier in Lydia en mijn hart een duidelijke overtuiging dat we van giften gaan leven. Rationeel aanvechtbaar, maar voor ons een feit. Het maakte ons blij en tegelijkertijd in de war.

Twee ingevingen van God in korte tijd. Hebben deze ingevingen iets met elkaar te maken? Is het überhaupt wel God die spreekt? We weten dat God vaker op deze manier werkt. We voelen ons kwetsbaar in deze tijd. We schrijven deze ervaringen op en denken er rustig over na.

Gedurende de rest van de maand is mijn verlangen steevast aanwezig.  Het ene moment waarop ik een uilenles geef, ligt het verlangen op de voorgrond van mijn hart. Wanneer ik sollicitatiegesprekken van potentiële stagiair(e)s van de Hanzehogeschool Groningen afneem bij het burgerinitiatief Buitenfitness Beijum (zo noemen we ons vanaf nu!), zoemt het verlangen rond in een hoekje van mijn hart. Steeds weer komt het aan de oppervlakte, zoals ook verliefdheid kan doen. Af en toe neem ik de tijd om te dromen en het verlangen in de ogen te kijken.
Op andere momenten voel ik me aangezet iets nieuws te beginnen. Na enkele maanden niet naar een kerk te zijn geweest (dat is een ander lang verhaal!), stap ik een kerk binnen die net begonnen is met het beleggen van kerkdiensten. Ik solliciteer bij de stadszender OOG op een vrijwilligersfunctie op de redactie van een paar uur per week. Gedurende de maand stijgt mijn liefde voor het leven met dat de temperatuur stijgt.

>> Lees verder <<