Friday, May 18, 2012

Plaats delict

Een aantal weken geleden liepen we een militair tegen het lijf. Hij was gestationeerd naast het terrein van Fort Zeelandia en beheerde de sleutels van de oude gevangenis. We mochten onverwachts een kijkje nemen. Ongebruikelijk, vond ik. Deze gevangenis, waar nu vleermuizen in huisden en toiletpotten her en der verspreid stonden, hebben onprettige zaken plaatsgevonden. De man in uniform vertelde het verhaal van majoor Horb. En hij vertelde onomwonden dat die Amnestiewet echt niet kon.

In het museum was de educatieve voorlichting ook één van niet te misverstane duidelijkheid: "Hier zijn de vijftien mannen van de democratische beweging vermoord. Wie had de leiding tijdens de moorden? Desi Bouterse." De kogelgaten zijn door Nederlandse onderzoekers meegenomen en onderzocht. Volgens een praatgrage pensionaris die een bijbaan in het museum heeft, waren de hoeken waaruit geschoten is vastgesteld: er moet vanuit een raam geschoten zijn. Wel is nuance belangrijk, vertelde de man, die een leeftijdgenoot van Bouterse bleek te zijn: we weten niet of er één of meer soldaten waren die de mensen vermoord hebben... En het lastige is, zo legde hij uit, iedereen die kennis van de feiten heeft, is partijdig. Het geeft het museum een extra dimensie: net als in de films van Poirot is ook hier nog een onopgeloste moordpartij.

De militair buiten het fort liet de gevangenis nonchalant zien; hij draaide de deur open en zei dat we maar even moesten kijken. Toch had hij enige ernst in zijn ogen en en sprak hij alsof zijn hart bezwaard was. Hij vertelde ons dat in december 1982 in deze gevangenis de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden vastgezeten hebben.

Zonder zelf het gespreksonderwerp te hebben gestuurd, legde de militair uit dat hij tegen de Amnestiewet is. In Nederland is dat ongehoord: in Nederland worden zelfs korpschefs van de politie ontslagen als ze als privé-persoon op Twitter een politieke afkeuring uitspreken.

De militair vertelde onverstoorbaar verder: Majoor Horb zou een kleine twee maanden na de Decembermoorden in dit, op de planning zijnde te restaureren, gebouwtje zelfmoord gepleegd hebben.

De majoor was sinds eind jaren zeventig een vertrouweling van Bouterse. Hij was de tweede man in de Nationale Militaire Raad, het machtscentrum van Suriname van die tijd. Hij wilde niet dat Suriname communistische invloeden kreeg, terwijl Bouterse wel toenadering zocht met lieden als Fidel Castro van Cuba. Dat hij CIA-informant was, lekte uit toen hij bij deze Amerikaanse veiligheidsorganisatie, naar men zegt in zijn naïviteit, twee renpaarden bestelde (en kreeg). Hij werd in een compleet van de buitenwereld afgescheiden ruimte gestopt (wat er niet gezellig uitzag, moet ik zeggen); we zouden het nu een isoleercel noemen, maar dan zonder de witte gepolijste muren. Het toenmalige regime en de vriendelijk ogende militair zeggen dat majoor Horb zichzelf met een koord van zijn sportbroek verhangen heeft aan een spijker. Net als rond de Decembermoorden is ook hier een zweem van verdachtmakingen ontstaan. Deze majoor heeft voor zijn sterven opgetekend:
"Als ik mocht doodgaan bij een verkeersongeluk, door verdrinking of wat dan ook, weet één ding: ik ben vermoord. Vermoord door Desi en zijn bende." Deze uitlating wordt gebruikt door sommige tegenstanders van President Bouterse en is één van de vele niet hard te maken beschuldigingen geworden.

De vriendelijke militair had zijn hart gelucht: hij liep wat luchtiger dan hiervoor naar de gevangenisdeur. Wij liepen ondertussen weer naar de fietsen, terwijl deze Surinaamse militair de sleutel omdraaide... De geschiedenis werd weer, tot een volgend moment, even veilig opgeborgen. Hoe lang kan dit zo doorgaan?

Monday, May 14, 2012

Diamanten in Matapica


Terwijl diverse libelles om de boot heenvliegen, schieten we de waterlellies in het uitgestrekte moeras voorbij. De drijvende eilandjes vormen een houvast voor struikjes, voedsel zoekende vogeltjes en vele soorten kleine dieren. Het landschap doet me denken aan het verhaal 'De Reddertjes' uit  1977 waarin het weesmeisje Penny met haar teddybeer gevangen werd gehouden in een vervallen raderstoomboot omgeven door de kaaimannen Nero en Brutus. Medusa, wie Penny gevangen hield, was door hebzucht gedreven om schatrijk te worden. Ook het moeras waar ik ben, wordt bewoond door kaaimannen. De kleiachtige, drappige omgeving met iets te veel ongedierte en blubsie om als mens een prettig bestaan op te kunnen bouwen ademt op bepaalde momenten eenzelfde sfeer als het kinderboekje van Walt Disney vele jaren terug. Wie weet wordt ook hier in Matapica een schat met een bijzondere glinsterende diamant bewaard...

Aangekomen op het strand, waar een soort van uit de kluiten gewassen klimplant het vol schelpen gevulde strand bedreigt, worden we geleid naar een overdekte kampeerplek met toiletten zonder bril, douche zonder douchekop en water zonder leiding. Een grote regenton fungeert als het enige te gebruiken water, terwijl een generator de benodigde elektriciteit genereert.

Op het menu staat een maaltijd met onder meer gele rijst, Zuid-Afrikaanse vis uit de omliggende moerassen en groentes. Daarna lopen we, terwijl de zon haar laatste zonneschijnen over de aarde uitgiet, over het door het zoute oceaanwater steeds verder veroverende strand op zoek naar bevallige schildpadvrouwtjes. Na een fiks eind stevig door wandelen ontdekt onze boodsman, gids, facilitair medewerker, cateraar en nog veel meer in één persoon, een eieren werpend schildpad. De intimiteit werd voelbaar toen het ongeveer twee meter doorsnede tellende schildpad doelgericht mijn foto's schietende iPhone uit m'n handen slaat. Ben ik een bedreiging voor haar privacy? De slagkracht van dit beschermende diersoort verbaast me.

Na nog een schild dragend gedrocht te hebben aanschouwd, lopen we, met het wonder van de natuur nog op ons netvlies, de enthousiaste muskieten trotserend het strand af, het woud door, op weg naar de laatste attractie van de dag. De gids zou zich diezelfde nacht ontpoppen als crocodile hunter.

Terugblikkend op het voor het eerst een kaaiman te hebben vastgehouden (wat toch echt anders is als het vasthouden van een willoze baby; alhoewel beide niet in zijn voor een constructieve conversatie), kwam ik met een zakje bananenchips, met boven mij een viertal kleine hagedissen
die zich tegoed deden aan rondzwermende muskieten, van deze krokodillenervaring bij.

Terugdenkend aan de, gemakshalve te noemen, vliegvissen met hun twee paar ogen, die ik de volgende ochtend heb vergezelt op een zwemtochtje in de Atlantische Oceaan, kijk ik nog even naar die stoere foto met mijzelf in de hoofdrol met een levensgevaarlijke kaaiman in mijn handen. De ogen van het dier met een leerachtige huid lijken op diamanten. Het zijn gele, glinsterende diamanten...

Sunday, May 06, 2012

Bouterse: “al de mensen die hun mond open doen” zijn vijanden!

Je kunt veel over Desire Delano Bouterse zeggen, maar een kundige organisator, getalenteerd politicus en charismatisch spreker is het zeker. Gisteravond zijn honderden mensen vanuit alle hoeken en gaten van het land in busjes vervoerd naar het Onafhankelijkheidsplein. Op de zogenoemde eenheidsmanifestatie met gratis eten en drinken stond verzoening, eenheid en ontwikkeling centraal. Toch had het ook een venijnige kant. Of is dat enkel retoriek? 

Als politiek geïnteresseerde en propagandist was ik aandachtig gaan kijken en luisteren. Allereerst werden er wat christelijke liederen gezongen waarin Jezus luidkeels bejubeld werd. Desi Bouterse zag ik instemmend en enthousiast meezingen, met beveiligers om zich heen, gezeten in een tent met meer hoogwaardigheidsbekleders. De belangrijkste spreker was deze kale man van 66 jaar die zichzelf helemaal in het wit gestoken had. Hij zou als laatste het woord voeren. Allereerst zouden de geestelijk leiders iets zeggen.

De drie geestelijke leiders vertegenwoordigden de islam, het hindoeïsme en het christendom. Het publiek bestond uit een ratjetoe van gelovigen en etniciteiten. De pandit (hindoeïstische geestelijke) zei allerlei (negatieve) krachten te bezweren en vroeg het heelal om Suriname rust te geven, de moslim riep op de strijd tegen de ongelovigen te voeren (!) en de christen legde de Bijbel op een totaal andere manier uit dan dat ik geleerd had. Met name deze laatste gebruikte zeer grote woorden en duidde een bepaald deel van de samenleving aan als staatsgevaarlijk.

Staatsgevaarlijk 
Bisschop Steve Meye is geestelijk adviseur van de president en is tevens leider van tweeënzestig Gods Bazuin Gemeenten in Suriname en enkele daarbuiten. Bij zijn opkomst op het grote podium dat op het Onafhankelijkheidsplein was neergezet riep hij: “Jezus leeft!!!” Het publiek riep in grote getalen met luide stem: “Amen!”, wat zoiets als betekent “het zij zo”.
Verzoening moet van twee kanten komen, aldus de geestelijke. Beide partijen hebben een verantwoordelijkheid en aandeel in de verwerking van de gevoelens. Pijnlijke zaken moeten nou eenmaal losgelaten worden. Daarbij erkende dr. Meye dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan, met kalmere stem. De beschadigde emoties, zo lichte hij toe, kunnen, na deze gekoesterd te hebben, omslaan in haat en bitterheid.

Eén van het bekendste deel van de Bijbel werd aangehaald om de noodzaak van de verzoening aan te duiden: “en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren” uit het Onze Vader. Omdat niemand zonder zonde is, is zijn redenering, moet iedereen vergeven en kunnen wij vervolgens daarna vergeven worden. De brildragende dominee vatte het samen: “we moeten de kwade dagen van het verleden loslaten! Als niet alle partijen dit doen, kunnen we het hoge ideaal van Suriname nooit bereiken!” Na een korte adempauze vervolgde hij met een dreigement aan het adres van hen die voor gerechtigheid willen doorgaan: “Mensen die hier niet aan mee willen doen, moeten we aanmerken als staatsgevaarlijk. We mogen het om welke (…) enge reden dan ook niet langer meer accepteren. Wij zijn één!”

Het volk stemde met gejuich in met deze politieke boodschap. Tussen het publiek stonden mensen in t-shirts, gewikkeld in vlaggen en ander propagandamateriaal van de NDP, de politieke partij van Bouterse, die het voortouw namen in het juichen, klappen en reageren op de spreker. Het is een bekende truc in politieke arena’s om het goede gedrag zo spontaan mogelijk af te dwingen.

De bisschop redeneerde verder. We mogen het niet alleen niet meer accepteren dat iemand niet wil vergeven, maar hij moet ook verwijderd worden: “God heeft een plan met zijn volk. God Zijn plan gaat honderd procent zeker door. Geen mens, geen organisatie, geen regering die dit zal tegen houden. Probeer nooit Gods plan tegen te houden. Dan zal Hij u verwijderen.”

Vrolijke noot 
Na deze dreigende woorden werd er een vrolijker nummer aangekondigd: een zangeres met een mooie stem die ook nog even een bekeringsoproepje deed. Tussen de regendruppels door liep ik samen met een andere stagiair naar de stand waar drinken verkrijgbaar was. Even de harde woorden proberen een plek te geven…

De vertegenwoordigster van de NDP-jongeren kwam het podium op en keek, net als de andere sprekers overigens, richting de president. “Sommigen willen de regering doen vallen,” vervolgde de jongere (dit heb ik eerder gelezen), “Dat zal nooit gebeuren! Wij geloven in uw dromen, meneer de president!” Een luid applaus volgde. “Jongeren van Suriname! Wij mogen nooit, nimmer tegen Suriname zijn!” Wederom volgde er een applaus. Wanneer Nederlandse jongerenpartijen wel eens kritisch uit de hoek kunnen komen, was dit één en al lof voor het huidige establishment.

Overigens wordt er bij iedere spreker een lied ingezet met de tekst: “We are one.” Ook de vakbondsleider Ronald Hooghoudt (Hooghart zei dat "de witte mensen ons verdeeld hebben gehouden". Hier moet een einde aan komen...) en DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons doen hun woordje. Net als Brunswijk en Somohardjo doen zij dit in het Surinaams. Enkel de woorden verzoening, eenheid, ontwikkeling en vrede zijn voor een Nederlander herkenbare woorden die geregeld worden gebruikt.

Baas en verzoening 
Veruit de beste spreker, wat betreft techniek, opbouw en bespeling van het publiek, is de president Desi Bouterse. Hij maakt gebruik van snel en langzaam, hard en zacht spreken. Veelal sprak hij in het Nederlands, om in sommige gevallen in het Surinaams nog een grap en een draai te geven aan de uitgesproken woorden. Aan het einde, toen er redelijk wat spanning was opgebouwd, zette de president een lied in over vrede. In vaktermen heet dit een energizer. Hij zette het publiek aan het dansen, waardoor de mensen de opgebouwde energie kwijtraken en een vrolijk gevoel hebben bij het hele gebeuren.

Bouterse, ook wel Baas genoemd, zette Suriname in de underdog positie. “Dit klein, zo getergd land, is eindelijk op een punt gekomen waar het een doorbraak kan maken.
Juist op dit moment komen de aanvallen om ons af te leiden van ons doel.” De Decembermoorden plaatst de president (en tevens verdachte in het strafproces) dan ook in het kader van de historische ontwikkeling van Suriname. De revolutie vergt niet alleen de vijftien slachtoffers in 1982, maar er zijn ook tientallen politieagenten en militairen die gesneuveld zijn: “Het zijn niet maar vijftien mensen die in de afgelopen driehonderd jaar hier dood zijn gegaan. Wie houdt wie voor de gek? En nogmaals: elke Surinamer die doodgaat is één te veel. Elke Surinamer die verongelukt is één te veel. En wij voelen mee met alle nabestaanden. Maar wij voelen niet alleen maar mee met een deeltje van de nabestaanden. Geld gerechtigheid en vrede niet voor die boslandbewoner?” Retorisch vraagt de president zich af: “Waarom denken jullie nooit aan het gewone volk?”

Quasi spontaan nodigde Bouterse Brunswijk en Somohardjo het podium op te komen om de verzoening te demonstreren. Wanneer de drie politici elkaar omhelzen, zegt Bouterse: “Hier is de verzoening! Hier is de vrede! Hier is de verzoening voor het volk.”

Het lijkt er op dat Bouterse zichzelf ziet als onderdeel van een revolutie. Deze revolutie liep via het einde van de slavernij naar onafhankelijkheid. Nu is Suriname onderweg naar economische vrijheid. “Wij staan aan het begin van een enorme ontwikkeling. Wij staan aan het begin van een briljant en glorieus tijdperk. De wereld die zegt, bijna zeggen ze, eerst Suriname zien en dan sterven. Iedereen wil met Suriname samenwerken. En dan zitten wij als Surinamers elkaar naar beneden te halen.”

Over de Amnestiewet en de uitspraak van de krijgsraad op 11 mei zei Bouterse: “Iedereen heeft te leven naar wet en recht. Van Bouterse tot de putjesschepper. Dus daar maak ik mij geen zorgen over. Waar ik mij zorgen over maak, zijn de mogelijkheden en is de manier hoe makkelijk zij u kunnen beïnvloeden en de manier hoe gemakkelijk zij u misleiden.”

Vrijheid van meningsuiting 
Bouterse nam geen afstand van de woorden van bisschop Steve Meye over wie staatsvijanden zijn en wie verwijderd zou moeten worden. De president gaf over de toespraak van de bisschop over hoe vergeving en verzoening in het werk zou moeten gaan aan dat hij “heel goed geluisterd” had. Zelf nam het staatshoofd niet de woorden ‘staatsvijand’ en ‘verwijderd worden uit de samenleving’ in de mond. Wel noemde hij de Surinamers die kritiek hebben op zijn bewind “de knechten van de kolonisator”: “zij zijn vijanden van dit volk. En ondanks dat zien we hen als Surinamers. Maar we weten dat ze vijanden van dit volk zijn”.
Bouterse: “En al die mensen die schijnbewegingen maken, die hun mond open doen in dit land: het is misdadig!!! Terwijl dit land op de juiste weg is , is het misdadig om te proberen op deze manier de zaak te destabiliseren. Maar ik kan u zeggen: het gaat u niet lukken! Zolang ik heet: Desire Delano Bouterse.”

De president zette, zoals alreeds gezegd, nog een lied in over vrede, hij zette het volk aan het dansen en met mooi siervuurwerk werd de avond afgesloten. Voor velen was dit een gratis avondje uit met muziek, grappen van de president, een saamhorigheidsgevoel, gratis eten en drinken. Voor mij was het een heel bijzondere ervaring.