Sunday, May 22, 2011

De jihad van de liberalen

Dit blog geeft het gedachtegoed van Johan Snel naar zijn boek 'Recht van spreken' weer - tenminste daar heb ik mijn best voor gedaan.

Islamitisch terrorisme is geen aanval op de vrijheid van meningsuiting. In 'Recht van spreken' stelt Johan Snel dat de vrijheid van meningsuiting sinds Pim Fortuyn populair is geworden, maar dat de publieke discussie eigenlijk ergens anders over gaat. Fortuyn wilde onder het mom van "ieder mag zeggen wat hij wil" het beginsel dat de Staat niet mag discrimineren afschaffen, net zoals Geert Wilders (PVV) dat wil. Maar dit is geen zinnige argumentatie en zeer gevaarlijk bovendien.

Fortuyn werd weliswaar vermoord door een milieuactivist, maar de ontstane explosie van meningen in publieke discussies over de vrijheid van meningsuiting gaat eigenlijk ergens anders over. Dan wordt ook Theo van Gogh nog eens vermoord. Dit keer niet door een milieuactivist, maar een in traditioneel Arabisch gewaad geklede moslimse jongerenwerker. “Wat velen vreesden bij een moord op Fortuyn, wordt nu bewaarheid. De dader is een radicale moslim, al blijkt hij vooral een doorgedraaide warhoofd”, aldus Snel. Er zijn dan ook volgens Snel geen goede redenen aan te dragen voor de stelling dat het recht op de vrijheid van meningsuiting bedreigd is middels deze moorden. Zo was het in 2001 ook vreemd te veronderstellen dat de terroristische aanslagen in New York en Washington van september dat jaar een aanslag op de vrijheid van meningsuiting zouden zijn geweest. De geweldplegers hadden andere doelen die ze na hebben gestreefd.

Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders (beide waren Kamerlid voor de VVD) publiceerden in een opiniestuk in het NRC “het is tijd voor een liberale jihad”. Wilders en Hirsi Ali hinken hierbij op twee benen: enerzijds stellen zij dat dit recht op vrije meningsuiting voor iedere burger geldt, maar anderzijds zetten zij alles in het verweer om de islam te elimineren. Hirsi Ali vergelijkt de islam zelfs met het nazisme. En Wilders wil de Koran (grotendeels) verbrand hebben. Vrijheid van meningsuiting?

Het recht van vrijheid van meningsuiting is daarmee een ideologisch geladen, exclusieve invulling. In de jaren ’70 stierf het christendom, socialisme en communisme een plotselinge dood en is ideologie een taboe geworden. Het liberalisme en secularisme dienen zich echter nog nadrukkelijker dan hun voorgangers aan als de nieuwe publieke moraal. De zuilen zijn vervangen door een dominante meerderheidscultuur waar minderheden naar dienen te schikken.

De polarisatie draait om één echte oppositie: de islam. Net als in andere landen gaat het om een nieuwe nationalistische uiting. (In Nederland gaat het in vergelijking met andere Europese landen niet samen met antisemitisme.) Deze nationalistische beweging wordt “nieuwrechts” genoemd en is de opvolger van het activisme van nieuwlinks uit de jaren ’70. Wat houdt deze ideologie in?

In augustus 2006 vertelt minister van Integratie Rita Verdonk (toenmalig VVD'er) aan inburgeraars wat volgens haar het Nederlanderschap inhoudt: het gaat om ‘fundamentele grondrechten, zoals het verbod op discriminatie, gelijkheid van man en vrouw en de vrijheid van meningsuiting’. Verdonk had het over rechten, maar ze bedoelde hier plichten om de samenleving in het gareel te houden. De grondrechten als vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid zijn echter bedoeld voor minderheden en gericht aan de Staat in plaats van dat ze gaan over burgers onderling. Echter: de grondwet wordt als hoogste waarde beschouwd.

De Deense cartooncrisis is het symbool geworden van het zogenaamde conflict tussen het Westen en de islam. Verschillende onderzoekers hebben echter laten zien dat het een politieke machinatie is geweest. De Egyptische regering stuurde welbewust aan op een confrontatie: ze wilde Denemarken dwingen tot de erkenning van gelijke rechten voor moslims. Met als einddoel een Europese erkenning van de rechten van moslims, analoog aan die van de joden in Europa. De journalist Joris Luyendijk hield het Nederlandse publiek in deze periode ook voor dat de cartooncrisis in Arabische media opgevat werd als westerse agressie tegen moslims, in de lijn van de gevoerde oorlogen van het Westen in islamitisch Bosnië en Afghanistan. Volgens Snel definieert het secularisme en liberalisme zich als tegenhanger van de islam en religies in het algemeen.

Toch denken nog velen dat de vrijheid van meningsuiting bedreigd wordt vanuit religieuze hoek: eerst door het christendom en nu ook door de islam. Maar juist deze redenering vormt een serieuze bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting en voor de godsdienstvrijheid.

Recht van Spreken, Het geloof in de vrijheid van meningsuiting, Johan Snel, Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, 2011