Tuesday, June 20, 2017

Sloop de stopknop!

Allerlei mensen maken gebruik van het openbaar vervoer. Verschillende milieus en achtergronden mengen zich. Tenminste, als er enige vorm van interactie ontstaat. 

Er zijn buschauffeurs die sluipen de wachtende bus in en rijden stilzwijgend hun ronde. De buschauffeur die mij reed, moest noodgedwongen mededelen dat de stopknoppen defect zijn. Hij riep dit om met de gepaste vrolijkheid, wat paste bij het tropische weer. 

De chauffeur vertelde daarbij dat je even moest "zwaaien" of "roepen". Na een tijdje riep een oudere vrouw op leeftijd, zichtbaar niet op haar gemak met de noodzaak om een kreet door de bus te roepen: "STOP!". 

De buschauffeur giechelde wat en liet het ongemak blijken door te reageren met "jaha!". "Ik moest mijn muil toch open trekken!", verdedigde de vrouw zich nog, maar ze had al in de gaten dat het prima geaccepteerd werd. Haar medereizigers in de bus giechelde met de chauffeur mee. 


Zo ontstond er ongebruikelijke maar heerlijke interactie en stuk saamhorigheid. De chauffeur wordt ook enorm veel bedankt en de reizigers worden bovenmatig vaak een prettige avond toegewenst. Daarom mijn voorstel: sloop de stopknoppen van de bus! 

Friday, October 28, 2016

5 wereldwijde trends binnen het christendom

Tok. Tok. Om vijf uur 's morgens wordt ik wakker van het geluid van een stoot warm water dat door verwarmingsbuizen stroomt. De kachel gaat aan. En niet alleen op mijn logeeradres maar in alle gebouwen in New York stroomt er eenzelfde stoot warm water door de buizen. Dit is nog eens een Centrale Verwarming! De stad, die nooit slaapt, ontwaakt.

Ik slaap op een zaal met drie Indiërs, twee Nederlanders en één Spanjaard. Zes mannen, anders dan verwacht, die ik toch wel regelmatig tegenkom in de groep van 3.000 mensen uit 90 landen. De conferentie waarvoor ik in New York ben, wordt gehouden in de Jacob Javits Center aan de Hudson die goed te bereiken is via de metro.

Wat meteen opvalt is dat er gigantisch veel conferentiedeelnemers uit de Zuid-landen zijn. Dit zijn landen als China, India en landen in het continent Afrika waar het christendom in opkomst is en die ook in een steeds grotere mate de geloofspraktijk in het 'Noorden' (oftewel het Westen) beïnvloeden.

Een vijftal trendsettende thema's binnen het christendom wereldwijd worden in het programma naar voren gebracht. Ontwikkelingen die ik van harte toejuich en die wat mij betreft samen te vatten zijn in de term 'christelijk-sociaal'.

1. Cultuurshift
De nieuwe generatie omarmt het postmodernisme en dat heeft grote impact op de geloofspraktijk. Millenials (geboren tussen 1980-2000) zijn in tegenstelling tot de eerdere generaties niet zozeer gericht op waarheidsvinding, feiten en discussies. Ieder heeft z'n waarheid en daar hebben we respect voor. Een evangelist die op een kratje 'de waarheid' verkondigend past niet in deze tijd. Wij houden meer van vriendschappen waarin je elkaar ruimte geeft om je opvattingen te delen. Een gezonde kerk vraagt jonge leiders die ruimte krijgen maar ook leiding ontvangen binnen een intergenerationeel leidersteam.

2. Invloed 
Het machtsdenken wordt ingewisseld voor het positief inspireren van de netwerksamenleving. De kerk als machtig instituut die dusdanige rol speelt in de maatschappij is iets waar we niet naar terug willen. Christenen vormen samen een community die kerk heet en zij zijn tegelijkertijd en evenveel deel van andere communities. De kerk wil geen macht maar christenen in de samenleving inspireren en empoweren om het goede te doen en liefde te betonen. Op elk vlak van het leven: als ondernemer, als klant, als politicus, in het gezin, enzovoorts.

3. Etniciteit
Niet alleen in de kerken binnen de VS maar ook bijvoorbeeld in Europese kerken en elders in de wereld is segregatie zichtbaar. Nederland kent een duidelijke scheiding tussen, wat men noemt, 'migrantenkerken' en 'witte kerken', die veelal geen of oppervlakkig contact met elkaar hebben. De etnische spanningen in de VS zorgen ervoor dat bijvoorbeeld in Dallas gemotiveerde kerkleiders elkaar opzoeken en bruggen geslagen worden. In Dallas gaan niet alleen predikanten van 'white churches' in 'black churches' voor en vice versa, maar mixen ook allerlei mannen- en vrouwengroepen. In Nederland staan we op etnisch gebied helemaal aan het begin van een noodzakelijke integratie.

4. Eenheid
Ondanks de moordende werkdruk van activiteiten binnen zijn kerkelijke gemeente, investeert pastor Tim Keller actief in relaties met andere kerken, want de lichaamscellen die alleen zichzelf voeden noemt hij - de medische wereld volgend - "kanker". In Nederland zijn er veel werkrelaties tussen kerkelijke en christelijke leiders en schiet veelal de tijd erin om diepgaande vriendschappen te bouwen tussen kerkelijke en christelijke leiders. Vriendschap is de basis van eenheid.

5. Uit één stuk 
Alleen vertellen over het evangelie is niet afdoende, want dit zou hypocriet zijn: stel je voor dat je een mensenhandelslachtoffer niet bevrijdt maar wel zegt dat Jezus hem of haar vrijmaakt of een dakloze niet actief welkom heet in je vriendenkring maar wel zegt dat Jezus hem of haar een thuis biedt. Alleen daden laten zien is ook onvoldoende, omdat het hypocriet zou zijn om onvoorwaardelijke liefde voor te staan maar niet het mooiste te delen wat je hebt: Jezus. Daden en woorden vullen elkaar aan en versterken de sociale beweging die de kerk is.

Heel
Samenvattend kwam de volgende zin deze week regelmatig terug: "de hele kerk is nodig om het hele Evangelie naar de hele stad te brengen". Waarmee het Evangelie als een levend gebeuren wordt gezien: praktisch goed nieuws voor alle mensen in een stad. Waarbij niet één (grote of kleine) kerk het alleen af kan, maar waar alleen in nauwe vriendschap tussen kerken en andere sectoren stadsbrede problemen aangepakt kunnen worden.

Op vele plekken wordt aan een sociale beweging gebouwd waar kerken op praktisch en relationeel vlak actief deel zijn van en bijdragen aan de samenleving. Dat is een kerk die ik liefheb en waar ik een bijdrage aan hoop te leveren. Zodat het in alle ruimtes in de stad Groningen en in andere plaatsen van de wereld een warm gebeuren wordt dankzij vriendschappen en samenwerking, net zoals alle ruimtes in New York aangesloten zijn op centrale verwarming.

Thursday, June 02, 2016

17 miljoen vreemden op een klein stukje aarde

"Ah, vreemden", zei een man toen hij op me afkwam en zich voorstelde. Maandagavond was ik te gast bij een wijkoverleg in Hoogkerk, een dorp onder de rook van Groningen. Het grootste gedeelte van de gezinnen leefden vroeger van het werk in de Suikerfabriek en dat maakt dat het wij-gevoel van oudsher sterk is. Deze saamhorigheid kwam goed naar voren ook als het gaat om de bijzondere toenadering van het dorp naar de grote Molukse gemeenschap en vice versa. Wat typeert nou zo'n wij-gevoel? 

Niemand zal ontkennen dat we als samenleving doorgeschoten zijn in het individualisme. Positief is dat je als individu alle ruimte krijgt om je te ontwikkelen. De andere kant van individualisme is de grote eenzaamheid en verdeeldheid die er onder eenderde van de bevolking is, en dit raakt ouderen en jongeren, hoog- en laagopgeleiden, welke achtergrond je ook hebt, mensen met weinig en veel Fb-contacten. 

Het verbinden van mensen aan elkaar zorgt voor meer collectiviteit. Het ervaren dat je iets gemeenschappelijks hebt, is voorwaardelijk. Dat wordt in deze tijd steeds lastiger. Diverse onderwerpen verdelen de samenleving, zoals pensioenbeleid (jongeren en ouderen), vluchtelingen ('grenzen dicht' versus 'welkom') en racisme (vóór Zwarte Piet versus tegen). 

Mooi vind ik de reactie van Glenn de Randamie (Typhoon) toen hij staande werd gehouden omdat, aldus de woordvoerder van de politie, zijn "jonge leeftijd en een splinternieuwe, luxe auto, maar ook zijn huidskleur" daar 'aanleiding toegaf'. Glenn zou heel makkelijk ontzettend boos kunnen worden, te meer omdat het niet de eerste keer is. 

Glenn reageert met: "[het is] een dikke error in de Nederlandse samenleving. De eerste stap naar verandering is toegeven dat racisme/discriminatie/onderscheid nog steeds onderdeel van onze cultuur is. We zijn er nog lang niet!" Merk op: "WE zijn er nog lang niet". 

Ook als het gaat om arm en rijk, mensen die op de vlucht zijn of een eeuwigheid op één plek gewoond hebben, een rijk sociaal leven hebben versus eenzamen... het is in een ieders belang om te leven vanuit dat wat gemeenschappelijk is. "Ah, vreemden," is een terechte opmerking, maar de ander is net zo vreemd als jij bent! 

Saturday, September 26, 2015

"Eem kiek'n"

"Dag meneer, mag ik u wat vragen?"
De man van middelbare leeftijd kijkt me verbaasd aan. In deze straat heeft niemand hem ooit aangesproken.  "Ja."
"Wat komt u in deze straat doen? Bezoekt u prostituees?"
"Nee... Alleen eem kiek'n." Hij glimlacht van oor tot oor. Hij loopt snel verder.
Zijn zwaar Gronings accent verraadt dat hij een local is.

Velen zullen deze Grunninger een vies mannetje noemen: een man van zijn leeftijd nog op zoek in duistere straatjes, weggedoken in z'n jas, op zoek naar vrouwelijk schoon.  Zijn grijns ergert mij. Is hij naïef of sluit hij de ogen?

Veel mannen die we in de prostitutiestraten van Groningen spreken hebben een sociaal of seksueel probleem. Zij bezoeken prostituees of lopen tien rondjes om naar de schaars geklede vrouwen te kijken. Niet alle mannen geven non-verbaal zo eerlijk weer wat zij zoeken bij prostituees. Deze grijnzende man is eerlijk over z'n gevoelens jegens deze vrouwen, maar hij heeft een enorm bret voor z'n kop.

Zijn grijns laat zien dat hij de vrouwen niet werkelijk ziet. Prostituees zijn voor hem alleen objecten waar hij zijn seksuele gevoelens op kan botvieren. Veel mannen bekijken en behandelen vrouwen als zodanig. Dit objectiveren is zeer kwalijk en zorgt ervoor dat er geen verbindende relatie mogelijk is.  Zijn grijns legt iets diepers bloot. Deze man zit vast in een web van leugens; en die scheppen een fijne wereld! Een fijne wereld voor hem, niet voor haar.

Dit onvermogen of deze onwil om een relatie aan te gaan, zorgt ervoor dat prostituanten de situatie, gevoelens en verlangens van de prostituees niet zien en zich niet willen verhouden tot de mens achter de prostituee. In gesprekken zien we dat veel mannen hun verantwoordelijkheid niet willen nemen, maar ook dat zij feiten verdraaien.
Enkele voorbeelden:
"Het zijn sterke vrouwen, want ze hebben al veel meegemaakt, dus het zijn geen slachtoffers"  "Ik ga niet bij jonge vrouwen naar binnen, alleen bij oudere vrouwen; oudere vrouwen kunnen niet gedwongen zijn"
"Als het lopende band werk is, hoeft het van mij niet, want dan is het voor de vrouw ook ongezond"
"De politie houdt het hier goed in de gaten; het is legaal wat ik doe."
"We hebben allemaal behoeftes. Ik moet toch ergens met het zaakje heen?"

Het is bekend dat prostituees tijdens seksuele handelingen niet kunnen functioneren zonder dat zij zich emotioneel afsluiten voor zichzelf en voor de klant. Een gespleten persoonlijkheid ontstaat noodgedwongen. Een groot gedeelte van de prostituees is door een maffioos netwerk ook zo getraind; kwetsbaarheid wordt hardhandig afgestraft. Ook is het bekend dat prostituees die gedwongen of niet gedwongen zijn in fysiek, emotioneel en geestelijk opzicht even veel hulpverlening en herstel nodig hebben. Beide groepen zijn even kapot.

De grijns verraadt dat deze man meegaat in deze gespleten wereld. De man ziet de vrouw achter het raam als seksueel object en niet als vrouw, laat staan als moeder, dochter, buurmeisje, collega, klasgenoot, enzovoorts.

De grijzende man gaat 'eem kiek'n'. Niet naar een vrouw. Hij ziet haar niet. Hij kijkt naar een lichaam. Een lichaam zonder ziel.
Zijn grijns zou snel verdwijnen als hij wist dat de vrouw een moeder is die haar zoon mist. Of een vrouw is die hardhandig de prostitutie in gedwongen is en zo bang is als een parkiet, maar toneelspeelt als een musicalster. Of als kind seksueel misbruikt is door een andere man met een grijns. Zijn grijns zou snel verdwijnen als hij wist wat hij - samen met zijn seksegenoten - aanricht met zijn naïeve en tegelijkertijd domme gedrag.

William Wilberforce schreef:  "It is the true duty of every man to promote the happinnes of his fellow creatures to the utmost of his power."

Ik heb medelijden. Ook met deze mannen. Zij lijken niet meer in staat om verantwoordelijkheid te nemen en te geven om een ander.

Tijdens de gesprekken die we op straat voeren, komen deze twee werelden samen. Enerzijds de verlangens van de man naar intimiteit, vrouwelijke schoonheid en masculiniteit. Anderzijds de gevolgen die zijn gedrag heeft voor een ander. Voor sommigen is dit confronterend, voor anderen is dit een kijkje nemen in de toekomst. Is er dan toch hoop?


Het team van "Werken Aan Nieuwe Tijden" staat één keer in de twee weken in de Groningse prostitutiestraat en voert gesprekken met prostituanten.  

Friday, August 14, 2015

Thuiskomen

De zomervakantie is voorbij! Na een aantal weken in heerlijke rust te hebben doorgebracht in Duitsland - voor zover dat gaat met een geweldige eenjarige dochter die steeds mobieler wordt! - zijn we gister weer teruggekomen in Groningen. Een heerlijk vertrouwd gevoel valt over me: er werken nog steeds een aantal mannen aan de stadsring, de hijskraan achter ons huis torent boven ons huis en onze kat wachtte ons al op bij de voordeur.
Na de auto te hebben uitgepakt, pak ik de fiets. Het ritje naar de markt fietste ik bijna gedachteloos, zo vertrouwd! Langs de studio's van OOG, het Noorderplantsoen en langs het Ichthus Café.
In de binnenstad wemelt het van de nieuwe lichting studenten. Het lijkt een invasie van tieners die oud doen voor hun leeftijd en optimistisch hun weg zoeken in de stad. Binnen een aantal maanden zijn ze volledig geïntegreerd in het studentenleven en zijn ze blijvend van Groningen gaan houden.
Bij de marktkraam kom ik de vertrouwde verkopers tegen. Ze weten dat ik een prachtige dochter heb en stoppen een extra banaan toe.
Eenmaal thuisgekomen zet ik de radio aan om ondertussen het eten te maken: stamppot rauwe andijvie. Er is weer een vergadering in Brussel. Je raadt het nooit: krijgen de Grieken weer de volgende zak met geld? Mr. Euro zegt dreigend dat er nog wel enkele vragen zijn. Het aloude liedje...
Kortom: het leven gaat weer z'n gangetje. Het maakt het tot een warm welkom!

Thursday, July 09, 2015

Praatjes vullen gaatjes



Vol spanning lig ik in de stoel. Een vreemde gele bril bedekt een derde van mijn gelaat. De tl-verlichting boven me schijnt zoals altijd fel. Vier handen houden zich bezig met het in positie houden van allerlei spuitende, draaiende en zuigende apparaten in mijn mond. Deze fixatie op één tand is voor mij nieuw. Het is de allereerste keer dat er in mijn mond een gaatje wordt gevuld. 

“Heb je vorige week nog gebarbecued?” 

Even twijfel ik of deze vraag aan mij gericht is. Heeft de tandarts een stukje vlees gevonden?
“Ja, met de hele buurt”, antwoordt de assistente, “op onze kleine barbecue”. Ze klinkt lichtelijk nerveus.
Raakt ze een zenuw? Ik word er zenuwachtig van. 

“Past dat wel? Ken je veel van je buren?” 

De tandarts kijkt me lijnrecht aan. Zijn hoofd hangt nog geen twintig centimeter boven mijn hoofd. Even wil ik antwoorden dat ik niet bij de buurtbarbecue van de tandartsassistente ben geweest, maar dan zegt de tandartsassistente: 

“Nou, er waren ook weer niet zoveel mensen. Inmiddels ken ik best wel wat buren. Onze buurvrouw is een oud-klasgenoot van me.” 

De tandarts humt instemmend. 

Zou de ingreep met deze hum succesvol afgerond zijn? 

“Hoe is het met Esther?”, vraagt de assistente. 

Nee dus. 

“Ja, goed.”  

Een nieuw apparaat wordt in mijn mond gestopt. 

De tandarts vervolgt: “Ze vindt het zo langzamerhand wel zwaar worden.”

Hij wisselt van gereedschap. 

“Over één week gaat ze met verlof.” 

Ik hoop voor deze Esther dat deze in wit gestoken man tijdens het puffen niet aan de vroedvrouw vraagt naar haar barbecue-ervaringen. 

“Haar verlof kon niet een week vervroegd worden, want dan ontstonden er gaten in de werkroosters die vervolgens niet gevuld konden worden.”

Tandartsenhumor.

Bij het afscheid vraag ik me af of ik officieel mag refereren aan de buurtbarbecue en de zwangerschap. Waarschijnlijk niet, want ik lag daar als patiënt met permissie verdoofd te zijn en het is sociaal onwenselijk als ik ga stoken in wat privé is. Maar misschien ook wel, want ondanks de verdoving heb ik meegenoten van alle koetjes en kalfjes die op  de barbecue aanbranden en de bloemetjes en bijtjes die de zwangerschapsperikelen veroorzaakt hebben. 

Mijn aandeel in dit sociale gebeuren is het met open mond vol tanden liggen. Ik besluit dat zo te houden. Dit keuvelende stel heeft toch maar eens bewezen dat het spreekwoord “praatjes vullen geen gaatjes” niet langer standhoudt. Ik bedank hen en stap op. 

Saturday, June 27, 2015

De bejaarde die niet van zijn rollator viel



Op een zonnige namiddag ondernemen Lydia en ik met onze dochter een tochtje naar de plaatselijke supermarkt. Vanavond gaan we Surinaamse roti eten; de rotiplaten uit Paramaribo heb ik al uit de diepvries gehaald. Alle ingrediënten hebben we in huis, maar de kruimige aardappelen missen nog. 

Aangekomen op het plein voor de ingang van de Albert Heijn, zien we een bejaarde man in een opvallende rode jas cruisen op zijn rollator. Cruisen, want het ziet er opvallend relaxt uit. Tenminste, het ziet er gedurende één nanoseconde relaxt uit. De man met onverzorgde baard hangt steeds meer naar achteren alsof hij een slechte act uitvoert. Eerst zit hij nog in de zithouding, maar steeds meer verdwijnt de bejaarde in een liggende positie alsof hij op een strandstoel op een uitgestrekt strand de zon aan het aanbidden is. In ieder geval vangt zijn kalende hoofd volop zonnestralen.

Rollators zijn voor de oudere medemens bedoeld om even op uit te rusten na bijvoorbeeld een bezoekje aan de supermarkt. De man zijn gevoel van veiligheid wordt hard weggevaagd door het ontbreken van een leuning. Zijn ogen stralen iets uit tussen angst en verwarring.  

De man hangt inmiddels zover naar achter dat Lydia en ik elkaar met grote ogen aankijken. Vragen als ‘zien we dit goed?’ en ‘gaat het met deze man wel goed?’ schieten door ons heen. Het overige winkelend publiek is op te delen in drie categorieën: een deel doet alsof zij niks ziet, een deel kijkt vermakelijk naar dit in hun ogen stukje entertainment en een deel blijft steken in het verstijfd staan kijken hoe dit afloopt. 

De man heeft zijn armen naar voren gericht, zodat hij zijn lichaam ternauwernood in balans houdt. Hij zakt echter steeds meer naar achteren. Lydia grijpt in en pakt de man bij zijn onderarm. 

‘Gaat het goed?’, vraagt Lydia de verwarde man resoluut. 

‘Nou…’ ,stamelt de man wat, ‘nee.’  

Omstanders kijken toe hoe Lydia als reddende engel handelt. De man in zijn leren jas van Hufterproof komt tot mijn verbazing nog steeds niet aangesneld. 

Lydia houdt aan: ‘Zal ik een ambulance bellen?’ 

Olijk kijkt de man haar aan. Meent ze het echt? ‘Nee, hoor, dat hoeft niet’. 

‘Echt niet?’

‘Nee’, zegt de man nu bedaard. Hij zit weer vertrouwd op zijn plek. Zijn eigen risico zit er vast al doorheen. 

We lopen verdwaasd richting de ingang van de supermarkt en draaien ons nog één keer om. De man pakt een pakje sigaretten uit zijn binnenzak en steekt er één op. Deze week hoorde ik iemand zeggen over zijn generatie: “Ach, daar kan hij ook niks aan doen, want die hele generatie is van kindsbeen af aan verslaafd gemaakt aan sigaretten.” 

Ik pak m’n telefoon en realiseer me dat iedere generatie inderdaad z’n eigen verslaving heeft. Op een dag balanceer ik ook op het puntje van mijn rollator. En nadat een uitgestoken hand van een hufterproofe medemens mij van de ondergang gered heeft, schiet ik een selfie en deel het aan al m’n facebookvrienden met bijschrift: “Lekker cruisen op m’n rollator in het zonnetje!”